Vanguard News Network
VNN Media
VNN Digital Library
VNN Reader Mail
VNN Broadcasts

Old January 17th, 2019 #21
Oithanasie
Junior Member
 
Join Date: Dec 2018
Posts: 14
Default

Oud draadje van Oi, zal hem niet quoten, maar klein houden.

Enoch Powell.

John Enoch Powell (16 juni 1912 – 8 februari 1998) was een Brits politicus.
Hij was parlementslid voor de Conservatieve Partij tussen 1950 en 1974,
en voor de Ulster Unionistische partij van 1974 tot 1987.

https://nl.wikipedia.org/wiki/Enoch_Powell

Enoch Powell: Life and Views.

https://www.enochpowell.net/index.html

Voor filmpjes van toespraken moeten jullie zelf maar op jewtube kijken.
Sommige staan er nog, in de jaren zijn er een paar verwijderd die ik in
mijn forum verleden had gepost.

Man was een profeet.
 
Old January 17th, 2019 #22
Bertus
Realist
 
Join Date: Dec 2018
Posts: 180
Default

Quote:
Originally Posted by Oithanasie View Post

Man was een profeet.
Moslims hebben het ook altijd over een één of andere 'profeet'. Schijnt ook iets met pedofielen te maken te hebben.
 
Old January 25th, 2019 #23
Johan
Banned
 
Join Date: Oct 2013
Posts: 4,231
Default

Nationaal Socialistische Levenshouding,door Dr. R. (Robert) van Genechten

https://archive.org/details/Nationaa...en1941/page/n2

Vlaamse activist die in 1918 naar Nederland vluchtte en hier een succesvolle wetenschappelijke loopbaan tegemoet ging en zich in 1934 aansloot bij de NSB. IJverig publicist die zich fel keerde tegen de joden, het humanisme en het rationalisme.

Prof. Mr. Dr. R. van Genechten, Hoofd van de afdeling Nationaal Socialistische Vorming der NSB in Nederland

Enige informatie is hier te vinden.

 
Old January 28th, 2019 #24
Johan
Banned
 
Join Date: Oct 2013
Posts: 4,231
Default De Aard van het Beest door William Luther Pierce

Een heel scherp betoog van Dr. Pierce. Hij spreekt over de dubbele standaard die er in de wereld heerst. Christenen worden geacht de Joden niet te beledigen, terwijl Joden zelf geen stap van hun religie, traditie en superioriteits-ideologie willen afwijken. Waarom wel Joegoslavië aanvallen en niet Israël? Ook wijst Dr. Pierce op het belang van generaliseren. Generaliseren is een voorwaarde om te overleven. Ook al kennen we allemaal een paar Joden die aardige mensen lijken, toch vormen ze als groep een bedreiging voor ons voortbestaan.

https://archive.org/details/AardVanH...amLutherPierce
 
Old January 28th, 2019 #25
Johan
Banned
 
Join Date: Oct 2013
Posts: 4,231
Default Redevoering Meinoud Rost van Tonningen

GERMAANSCHE STATENBOND



1. De gedachte van de volksche verbondenheid der Germaansche stammen wordt geboren in het jaar 9 na Chr., als Herman de Cherusker de Romeinse legerscharen in het Teutoburgerwoud verslaat.

Dit is de eerste in de geschiedenis bekende uiting der bloeds- en lotsverbondenheid van de Germaansche stammen als het gaat om de verdediging van de vrijheid tegen vreemde overheersching.

2. De slag in het Teutoburgerwoud is het begin van de ineenstorting van het West-Romeinse rijk; het is het sein voor den aanval van alle Germaansche stammen, die ruim vier eeuwen lang tegen de grenzen van het Imperium Romanum zullen stormloopen.

3. De slag in het Teutoburgerwoud luidt de zegepraal in van de volksche bloedgedachte over de universalistische idee van een wereldrijk, ge grondvest op den rassenchaos van het Imperium Romanum.

4. De slag in het Teutoburgerwoud vindt plaats in het hart van Nedersaksen, dat 12 eeuwen de bakermat der gedachte van het eerste rijk der Germanen in het Groot-Duitsche levensgebied zal blijven.

5. Het Germaansche volkerenleven voltrekt zich in twee gebieden, nl. in het Noorden, ter zee en in de Groot-Duitsche en Italiaansche gebieden van Europa.

6. Gedurende de eerste duizend jaren is het Noordelijk gebied van Scandinaviëde bron geweest allergroote Germaansche krachtuitstralingen buiten het Groot-Duitsche gebied.

Deze krachtuitstralingen grijpen kransvorming om het Groot-Duitsche gebied, d.w.z. om het Germaansche centrum in Europa heen. In de 2e eeuw na Chr. stroomen de Gothen over de Russische ruimten heen; zij stichten daar het Oost-Gothische Rijk; zij trekken door de Donauruimten, door Italië, Zuid-Frankrijk en Spanje, waar het West-Gothische Rijk wordt geboren. Deze Gothische bloedstroom is voor de Germaanse volkerengemeenschap nagenoeg geheel verloren gegaan.

Eenige eeuwen nadien zijn de Noormannen en Denen vanuit Scandinavië – de Saksen, Angelen en Friezen vanuit de Groot-Duitsche ruimten den trek over de zeeën begonnen.

De Noormannen hebben naar alle waarschijnlijkheid westwaarts over IJsland en Groenland Amerika bereikt, oostwaarts hebben zij eeuwen later de voetsporen der Gothen gedrukt en werd in Rusland het geweldige rijk der Warjaden gesticht. Zuidwaarts zijn zij tot alle kusten der Middelandse Zee doorgedrongen.

De Noormannen hebben, in tegenstelling met hetgeen de geschiedenis ons leert, groote scheppende kracht in staatskundige vorm ontwikkeld, zoals hun heerschen in Rusland, Normandië en Grootbrittanië en Sicilië hebben bewezen.

Het bloed kan tot het sterkste gerekend worden onder de bestand deelen, waaruit de Germaanse volkeren in Europa zijn opgebouwd. Het met de Noormannen nauwverwante volk der Denen vormt door zijn eeuwenlange overheersching van Engeland tot de elfde eeuw een der belangrijkste volksche bestanddelen van het Britsche eilandenrijk. De Britsche volkeren zelf zijn, behalve uit het Keltische bloed, uit nagenoeg alle belangrijke Germaanse stammen ontsproten. Van de beoordeling van de toekomstige taakvervulling der Germaansche volken zijn de bloedbestanddeelen dezer Zeegermanen van het Noorden, d.w.z. van Scandinavië aan de Duitsche Oostzeekust, en aan de Duitsche, Nederlandsche en Vlaamsche Noordzeekusten en van Groot-Brittanië een der meest wezenlijke elementen.

7. Het tweede groote krachtcentrum van Germaansche levensuitstraling is het tegenwoordige Derde Rijk der Duitschers, dat eerst beperkt tot de Elbe, langzaam de gebieden oostwaards heeft geregermaniseerd.

In deze zg. Ost-Kolonisation hebben de Germaansche stammen in Nederland en Vlaanderen een werkzaam aandeel gehad.

8. De volksche krachten, die aan de Germaansche eenheidsbeweging ten grondslag liggen, heeft zich vrijwel uitsluitend geopenbaard in het Groot-Duitsche en Nederlandsche levensgebied van Centraal Europa.

De tijdperken, waarin zich deze volksche bewustwording het krachtigst heeft geuit, zijn de volgende:

a. De slag in het Teutoburgerwoud in het jaar 9 na Chr. (Herman de Cherusker)

b. De opstand der Friezen en Saksers (Koning Radboud en Wittekind) tegen de gedwongen romanisering.

c. De strijd van de Saksische, de Salische en Hohenstaufensche koningen en keizers tegen de wereldlijke machtsaanspraken der geestelijkheid.

d. De Ost-Kolonisation door de Duitsche Ridderorden van 1200 -1400.

e. De strijd van Vlaanderen tegen de latiniseering. Hoogtepunt Guldensporenslag 1302.

f. De strijd om de godsdienstvrijheid in de Reformatie en den dertig-jarigen oorlog (onze vrijheidsstrijd 1568 – 1648) in het Duitsche levensgebied.

g. Het opbouwwerk van den Grooten Keurvorst in Brandenburg na den dertigjarigen oorlog.

h. Het werk van Friedrich Wilhelm I, den soldatenkoning, die den

Pruisischen militairen geest schiep,

i. De strijd van Frederik den Grooten tegen het Huis Habsburg

(hoogtepunt van den zevenjarigen oorlog),

j. Het opbouwwerk in Pruisen tijdens de Napoleontische overheersching en de daaropvolgende vrijheidsoorlog in de jaren 1807 – 1815.

k. De Duitsche eenheidsbeweging en revolutionaire woelingen der jaren 1848.

l. Het werk van Bismarck, de oorlog tegen Oostenrijk in 1866 en tegen Frankrijk in 1870.

Stichting van het Klein-Duitsche Keizerrijk Hohenzollern te Versailles in 1871.

m. De stichting der N.S.D.A.P. haar strijd in Duitsland, Sudetenland, de strijd der N.S.B. in Nederland en de andere N.S. bewegingen in Zwitserland, Denemarken, Noorwegen, Zweden, Vlaanderen en Engeland.

9. De strijd om de eenwording der Germaansche volken werd het meest gestoord door die stammen, die, hoewel zelf van Germaanschen bloede, zijn geromaniseerd en voor den strijd tegen de germaansche leidersvolken door latiniseerende of universalistische stromingen zijn misbruikt.

10. De breuk tusschen ras en cultuur is het sterkst in het Fransche volk en werd geboren toen Clovis l de Christenkoning zijn bloed verried, door in 486 na Christus de Germaansche taal en cultuur ten gunste der roma nisering zijner stammen prijs te geven.

Vanaf dat oogenblik begonnen de Germaansch-geromaniseerde Frankische stammen in Frankrijk, in wier bloed de eeuwige hunkering naar het Noorden leefde, tegen de Nederlandsche zuidgrens (van Calais tot Keulen) en tegen den Rijn storm te loopen.

Deze strijd heeft bijna 15 eeuwen geduurd, en is eerst thans door de overwinning der legers van Adolf Hitler op de Franse troepen beslecht.

11. De heele geschiedenis is een lange reeks van bevestigingen der rassenleer, daar de bloedvermenging het sterkere leidersras verzwakt en de minderwaardige rassen met leidersbloed bevrucht en aldus tot gevaarlijke tegenstanders maakt. Voorbeelden hiervan zijn:

a. De vermenging van Germaansch bloed met Slavische stammen in Rusland en Polen,

b. De vermenging van Frankisch bloed met Romeinsche en andere Volken in Frankrijk.

c. De vermenging van het bloed der Noormannen in Sicilië.

12. De tegenvolksche rijksgedachte ontstaat met de kroning van Karel den Frank door Paus Leo III in het jaar 800 te Rome.

Zijn rijk omvat het toenmalige Duitschland tot de Elbe, de Nederlanden, Frankrijk, Italië. Karel voert den titel “Von Gott gekrönter Kaiser der Romer, auch durch Gottes Barmherzigkeit König der Franken und Longobarden” Met de kroning van Karel den Frank is het Heilige Römische Reich deutscher Nation geboren, al omvatte het rijk ook Frankrijk en Italië.

13. Door het feit, dat de Paus Karel den Frank tot Keizer kroonde, wordt de kiem gelegd voor de 1000-jarigen strijd tusschen het wereldlijke Keizerdom eenerzijds en het geestelijk Pausdom anderzijds om de oppermacht.

14. De aanspraak der latere koningen van Frankrijk op de keizerskroon en op de heerschappij over Duitsland is gegrondvest op het feit, dat Karel de Frank een Frankische koning was.

De mystiek dezer idee is een der grootste drijfkrachten geweest voor de 1000-jarigen strijd tussen Frankrijk en Duitschland. De Fransche aanspraak steunde ook op het feit, dat na de scheiding van Frankrijk en Oost-Frankenland, het latere Duitsland in 843 Karel de Kale, koning van Frankrijk, en niet Lodewijk de Duitser, koning van Duitschland, tot Keizer werd gekroond.

15. De idee, dat alleen op de volkskracht zelf der in het bloed, in de taal en cultuur zuivergehouden Germaansche stammen een Rijk kan worden gesticht, is belichaamd in den Saksenkoning Wittekind.

16. De zichtbare uitdrukking der volksche gespletenheid der Germaansche stammen in Frankrijk en Duitschland is gelegen in de eedsformules, waarmee de eerste Duitsche koning, Lodewijk en de koning van Frankrijk, Karel de Kale, hun bondsgenootschap tegen hun oudsten broer en kleinzoon van Karel den Grooten, nl. keizer Lotharius, bezegelden in het Verdrag van Straatsburg, 842, gesloten ter verdeling van het Middenrijk van Lotharius (dat de Nederlanden, Lotharingen, Elzas, Zwitserland en Italië omvatte). In tegenwoordigheid van hunner legers zwoeren Lodewijk en Karel de Kale elkander trouw, waarbij de Duitsche eed in het taaleigen van de Duitschers luidde, die der Franschen in het dialect, dat een mengsel van Romaansche en Germaansche elementen vormde.

17. In den strijd der twee broeders tegen Keizer Lotharius steunt de geestelijkheid met alle kracht zijn keizerlijke macht tegen zijn broeder Karel den Kalen en Lodewijk den Duitscher, zulks ter handhaving van de universalistische tegenvolksche rijksvorming van Karel den Grooten. De scheiding tussen Frankrijk en Duitschland vindt desondanks plaats.

18. De eigenlijke staatkundige geboorte van het Duitse Rijk en van Frankrijk vindt plaats door de delingen van Verdun, 843 na Chr., van Meersen bij Maastricht 870, en van Ribémont 880. De eerste werkelijke Duitse vorst is Lodewijk de Duitscher, die na de deeling van Meersen ook de Nederlanden tot de Maas beheerscht. Hem mislukt, zoals reeds hierboven is vermeld, de kroning tot keizer, daar Karel de Kale, koning van Frankrijk, hem de loef afsteekt en in 875 door Paus Johannes VIII tot keizer gekroond wordt. Lodewijk de Duitscher sterft een jaar later in 876 als koning van Duitschland.

19. Met het Verdrag van Verdun, dat Vlaanderen tot de Schelde en met het verdrag van Meersen, dat het gebied tot de Maas aan het West-Frankische Rijk (Frankrijk) prijs gaf, vangt Vlaanderen’s lijdensweg aan. Het strekt het Vlaamse volk tot onvergankelijke roem dat het in tegenstelling met de Frankisch-Germaanse stammen bezuiden de lijn Calais-Keulen zijn ras, zijn taal en zijn cultuur onder het verlies van stromen bloed hardnekkig tegen den 1000-jarigen Franschen stormloop heeft weten te verdedigen.

20. In de politiek van het Vaticaan tekent zich af t.a.v. Duitschland en Frankrijk een geheel verschillende gedrachtslijn af. Het Pausdom voelt zich in de eerste eeuwen na het ontstaan van het Heilige Roomsche Rijk der Duitsche Natie vootdurend bedreigd door de geweldige macht der Saksische (Ottonische) koningen en keizers, door de keizers van het Salische huis en door de Hohenstaufen.

De politiek van het Pausdom is op de voortdurende verzwakking der wereldlijke macht dezer keizerlijke dynastieën gericht. In Frankrijk daarentegen steunt de geestelijkheid uit alle macht de eenwording van het rijk onder de Carolingische, Capetingische koningen en onder de koningshuizen van Valois en Bourbon.

21. Het verbond van geestelijkheid en wereldlijk koningschap in Frankrijk vindt zijn zichtbare uitdrukking in de samenwerking van den Bourbonschen Koning Lodewijk XIII en de tegen het Duitsche Rijk gerichte Rijnpolitiek van dezen vorst en zijn eerste medewerker, de kardinaal Richelieu (kardinaal Richelieu heeft het stuur in handen van 1624-1642).

22. De strijd van Frankrijk is in de eerste drie eeuwen na de scheiding der Rijken gericht op de versterking van de koninklijke macht tegen de feodaliteit van binnen ter handhaving van het rijk tegen het Germaansche rijk der Duitschers in het oosten en het Britsch-Germaansche eilandenrijk in het Westen. Deze strijd wordt in het einde van den 100-jarigen oorlog tegen Engeland (1339-1453) hoofdzakelijk verdedigend en vervolgens aanvallend gestreden.

23. De strijd tegen Duitschland is tot aan den ondergang der Hohenstaufen een strijd om de grenslanden Lotharingen, Elzas, Bourgondië en later Vlaanderen en Italië.

24. Het is het noodlot van het Duitsche Rijk, dat de aantrekkingskracht, die de keizerskroon op de dynastieën uitoefende, de Duitsche koningen telkens weer dwong over de Alpen in Italië met de wapens in de vuist de heerschappij over dit rijksdeel en de kroning door de Pausen zelf af te dwingen. Terwille van deze heerschappij over een latijnsch volk werden de volksche krachten verwaarloosd en bloedt Duitschlands kracht dood.

Evenwijdig met de steeds toenemende koninklijke macht over de feodaliteit, tegenover de steeds nauwere samenwerking van de wereldlijke en geestelijke macht in Frankrijk, staat de toenemende verzwakking van het koninklijk en keizerlijk gezag in Duitschland over de vorsten en de steeds scherpere strijd tusschen de wereldlijk-keizerlijke machten enerzijds en de geestelijk-Pauselijke machten in het Heilige Römische Reich deutscher Nation anderzijds.

Dit verklaart het geleidelijke verlies der grensgewesten Lotharingen, Elzas en Bourgondië. Door het verlies van dit laatste gewest wordt Zwitserland grensland en wordt daardoor de binding aan het rijk verzwakt. Dit bevordert de Zwitserse afval van het Rijk bij de vrede van Munster in 1648.

25. De kruistochten (1095-1170 ) zijn even zoovele aftappingen van het beste leidersbloed der Duitsche stammen en dragen bij tot de verzwak king van de wereldlijke macht des keizers; zij bevorderen de tegenvolksche feodale krachten in het Rijk.

26. In den strijd tussen de keizerlijke en Pauselijke macht vallen de volgende perioden te onderscheiden:

a. Van de kroning van Karel den Frank in het jaar 800 tot het Concordaat van Worms in het jaar 1122. In dit tijdperk overheerscht tot aan het einde der 11e eeuw keizerlijke macht nagenoeg volkomen.

De geestelijkheid en de Paus zijn afhankelijk van ‘s Keizers macht. Het zichtbare keerpunt is de tocht naar Canossa in 1077 van Hendrik IV (de Salier). Het Concordaat van Worms is een compromis. De strijd om de investituur der geestelijken met wereldlijke macht in Duitschland (de bisschoppen van Mainz, Keulen en Trier) eindigt als volgt: Zij worden door de Paus benoemd (geïnvesteerd) door het overrijken van ring en staf, doch hun wereldlijke macht wordt hun verleend door den keizer door het overgeven van den staf.

b. Van het Concordaat van Worms, 1122, tot de bul “Venerabilem” van Paus Innocentius III, 1202.

In deze bul ontwikkelde de Paus de stelling, dat waar de Paus de keizerskroning voltrekt, deze ook de verkiezing tot keizer goed te keuren en te bevestigen heeft.

c. Van de bul “Venerabilem” tot den dood van keizer Frederik II,1250, de ontbinding van de keizerlijke macht.

27. In den keizerloozen tijd grijpt Groot-Brittanië steeds werkzamer in de vastelandspolitiek in. Het stelt zelfs een candidaat voor den Duitsche keizerstroon op.

28. De traditioneele Britsche politiek der verzwakking van de sterkste vastelandsmogendheid begint zich af te teekenen in den steun, die aan Vlaanderen in den strijd tegen de Fransche aanmatiging wordt verleend. Vlaanderen’s strijd vormt in dezen een poging tot losmaking van het Frankische Rijk, waarin het door de verdragen van Verdun, 843 en Meersen, 870 was opgenomen.

29. In de eeuwen van verval der keizerlijke macht in het Heilige Römische Reich deutscher Nation en ook in de eerstvolgende eeuwen zijn de Nederlanden en het aangrenzende Neder-Saksen de voornaamste dra gers der volksche krachten tegen de ontbindende feodaliteit.

30. Vlaanderen’s strijd tegen de Fransche overheersing bevat een der merkwaardigste voorbeelden van toevallige Groot-Germaansche samen werking tegen de latijnsche veroveringszucht. Groot-Brittanië werd bij zijn steun aan de Vlaamsche strijders gedreven door de begeerte om tegenover zijn kust aan het Kanaal geen groote mogendheid te zien postvatten.

Desalniettemin is de Duitsch-Nederlandsch-Britsche samenwerking bij de verdediging van Vlaanderen belangrijk. De belangrijkste feiten zijn de volgende:

a. Inde 12e eeuw de strijd van Hendrik II, Koning van Engelanden Hertog van Normandië, tegen den Fransche Koning Lodewijk VI, toen deze, door middel van Graaf Willem van Normandië poogde de Fransche heerschappij over Vlaanderen uit te breiden.

b. In 1213 bezette koning Filips Augustus van Frankrijk Vlaanderen. Een Fransche vloot viel het Swin binnen. Een coalitie vormde zich tusschen Engeland, Duitschland, Vlaanderen, Brabant en Holland. Een Engelsche vloot vernietigt de Fransche. In Bouvines, 1214, behaalt echter het Fransche legerde overwinning. Vlaanderen geraakt onder Fransche juk.

31. Deze strijd van Vlaanderen, de ontwikkeling van de Vlaamsch-Nederlandsche handelsbetrekkingen met Engeland, de verzwakking der keizerlijke macht in Duitschland, vormen het begin der zelfstandige koers van de Nederlandsche gewesten en hun losraking van het Rijk. In deze ontwikkeling moet de strijd van het volk tegen de adel, de feodaliteit en tegen onderdrukking door veelal met deze groepen verbonden geestelijkheid als een der vroegste volkse bewustwordingen der nieuwere geschiedenis worden beschouwd.

32. Gedurende de geheele 13e en 14e eeuw is de Nederlandsch-Vlaamsche spankracht zoowel oostwaarts (de Duitsche Ost-Kolonisation) als westwaards gericht, doch langzaam maar zeker verplaatst zich het zwaartepunt van het Nederlandsche volksleven naar de zee. Terzelfder tijd begint het Duitsche Rijk zich steeds meer oostwaarts te richten. In deze ontwikkeling ligt de kiem van de latere losmaking der Republiek der Zeven Provinciën van het Rijk bij de vrede van Munster in 1648.

33. De vrijheidsstrijd van Vlaanderen tegen het Fransche juk bereikt zijn hoogtepunten op de volgende tijdstippen:

a. 11 juli 1302 verslaan de Vlaamse Klauwaarts (boeren en burgers) 10.000 Fransche ridders en 10.000 Italiaansche boogschutters op de vlakte van Groening en schudden tevens het juk van Filips de Schoone, hoewel niet formeel, dan toch feitelijk geheel af.

b. Als in 1339 Koning Eduard III van Engeland de 100-jarigen oorlog tegen Frankrijk inluidt, sluit Jacob van Artevelde in 1340 te Gent met hem een bondgenootschap. Bij Sluis wordt de Fransche vloot ver nietigend verslagen. Al wordt de Fransche heerschappij hersteld, zoo helpt toch de verzwakking van Frankrijk, door den 100-jarigen oorlog de Vlaamsch-volksche ontwikkeling.

34. Te midden van den chaotische keizerloozen tijd in Duitschland nemen Nederland en Vlaanderen deel aan de groote krachtsuitstralingen der Duitsche Ridderorden en der Hanze naar het Oosten en helpen aldus de grondslagen leggen van het Pommersche en Pruisische krachtcentrum van waaruit de Pruisische koningen na den 30-jarigen oorlog (1618-1648) de wederopwekking van het Duitsche Rijk ter hand zullen nemen.

35. Met de keuze van Graaf Rudolph van Habsburg tot Duitsch koning in 1273 begint de opkomst van het Huis Habsburg in Duitschland. Door de verkiezing van Hendrik van Luxemburg tot Duitsch koning in 1308 en van Ludwig van Oberbayern tot koning in 1314 treden ook de huizen Luxemburg en Wittelsbach op den voorgrond. De voortdurende gebiedsuitbreidingen dezer Duitsche heerschershuizen dragen, hoe schadelijk hun strijd ook moge zijn, uiteindelijk tot de eenwording van het Rijk bij.

36. In de 14e eeuw begint het herstel der wereldlijke macht in alle staten tegenover de aanspraken der Pausen.

In Duitschland wordt op 16 juli 1338 onder de noteboomen van Rense, een plaats op de grens der gebieden van de 4 Rijnse keurvorsten, het volgende besluit door 7 keurvorsten genomen: “dass diese dem Rechte und der altbewahrten Gewohnheit des Reiches entspreche, dass nachdem jemand von den Kurfürsten des Reiches oder den grössten Teil dieser Fürsten, auch in Uneinigkeit zum Römischen König gewählt worden ist, er nicht der Ernennung, Anerkennung, Bestatigung, Zustimmung oder Ermächtigung des Apostolischen Stuhles bedarf, nur Übernahme der Verwaltung, der Rechte und Güter des Reiches oder des Königs Titels”

Hierop volgt in 1356 op de Rijksdagen van Neurenberg en Metz de verkondiging van de “Gouden Bul” (met haar 30 wetsartikelen). Daarin worden de 7 Keurvorsten (nl. de Koning van Bohemen, de Palzgraaf van den Rijn, de Hertog van Saksen Wittenberg, de Markgraaf van Brandenburg en de 3 Rijnsche aartsbisschoppen van Keulen, Mainz en Trier uitsluitend bevoegd verklaard den Koning te verkiezen. Over pauselijke bekrachtiging wordt na het besluit van 1338 (te Rense) niet meer gesproken.

37. Na anderhalve eeuw van binnenlandsche moeilijkheden weet Maximiliaan van Habsburg door zijn huwelijk met Maria van Bourgondië te Gent in 1477 een zoodanige macht te scheppen dat niet allen het Rijk eenigermate tegen de, na het einde van den 100-jarigen oorlog, opdrin gende Fransche macht beveiligd kan worden, doch ook de Nederlanden van de dreigende verfransching door het Bourgondische Huis kunnen worden gered. Met zijn regeering vangt de heerschappij van het Huis Habsburg over de Nederlanden aan.

38. Noch Keizer Maximiliaan (keizer van 1493-1519) noch zijn zoon Keizer Karel V (die van 1519 tot 1556 regeert), kunnen de door hen gewenschte hervorming van het Rijk en de daarmede gewenschte ver sterking der Koninklijke en Keizerlijke macht doorzetten.

39. Temidden van de staatkundige ontbindingsverschijnselen van het Rijk openbaren zich de volksch krachten in den vorm van steeds sterker verzet tegen de verwereldlijking der geestelijke macht. Het Pausdom daalt van het hoogtepunt van zijn wereldlijke macht af door zijn toenemende afhankelijkheid van de Fransche koningen (zetelverplaatsing naar Avignon in 1309) en door de anarchie in Italië.

Het aanzien van het Pausdom daalt nog meer als de in 1377 naar Rome teruggekeerde Gregorius IX in 1378 sterft en bij de keuze van zijn opvolger een schisma ontstaat.

De verkiezing van den anti-Fransche Paus Urbanus VI wordt door het door hem ontstemde kardinaalscollege later weer ongeldig verklaard en de Franschman Clemens VII tot Paus verkozen.

Deze keert naar Avignon terug en de eenheid wordt eerst in 1417 hersteld.

40. Het herstel der uiterlijke eenheid der Roomsch Katholieke Kerk heeft de grondoorzaken van het toenemende volksch verzet tegen de verwereldlijking der geestelijkheid niet weggenomen. De roep om her vormingen wordt luider.

Het mysticisme van Eckehart, Johannes Tauler en Heinrich Susso in de 14e eeuw is een stil verzet.

Het humanisme, dat overal bij de antieke oudheid aanknoopt en haar fundament buiten het Christendom heeft, draagt tot ontbinding bij. In Bohemen nemen de Hussiten-opstanden, die in 1419 uitbarsten, het karakter van een regelrecht verzet tegen de kerk aan.

41. De Reformatie wordt door Martin Luther ingeleid met het aanslaan zijner 95 stellingen op de poorten van de slotkerk van Wittenberg. Luther vertolkt in het diepste wezen het volksche verzet tegen de verwereldlijking van de kerk.

42. De Reformatie grijpt in de Nederlanden, in Duitschland, in Frankrijk en in Engeland om zich heen. Zij zegepraalt het eerst in Engeland onder Koningin Elisabeth, zij wordt in Frankrijk neergeslagen door den laatsten Valois koning Hendrik II l die de massaslachting in den Bartholomeusnacht organiseert (24 augustus 1572).

43. Op het oogenblik dat onze vrijheidsstrijd pas 4 jaar begonnen was, was dus de Fransche reformatie vernietigd. Frankrijk’s macht kon zich onge stoord ontplooien, terwijl ons volk zijn zwaren 80-jarigen vrijheidsoorlog streed en Duitschland in zijn innerlijke godsdienstoorlogen was gewikkeld.

44. De 30-jarigen oorlog (1618-1648) gaf Duitschland een genadeslag. Zijn bevolking werd in den 30-jarigen massamoord van 26 millioen tot 4 millioen teruggebracht.

Op het toppunt der macht van het Huis Habsburg als nl. Keizer Karel V Duitsch Keizer, Koning van Spanje en Gebieder der Nederlanden is (1519-1555), wordt het bedreigde Frankrijk door de reformatie gered. Frankrijk onder Lodewijk XIII en Kardinaal Richelieu, onder Lodewijk XIV en Kardinaal Mazarin, kon tijdens de massaslachting der Duitsche godsdienstoorlogen zich ongestoord uitbreiden.

45. De staatkundige losmaking van Noord-Nederland van het Rijk voltrekt zich langs de hiernavolgende etappes:

a. Bij de pacificatie van Gent (8 nov. 1576) verbonden zich de 17 Nederlandsche Gewesten om de vreemde troepen (Spaansche troe pen) van den Nederlandsche bodem te verdrijven. Hiermede is de eerste gezamenlijke daad der zelfstandigmaking gesteld. Er werd bepaald dat de Staten-Generaal bijeen zou worden geroepen om orde op alle zaken te stellen. In afwachting van hun beslissing zou in alle gewesten met uitzondering van Holland en Zeeland de katholieke godsdienst overheerschend blijven, doch den Protestanten vrijheid van geweten worden geschonken.

b. De Unie van Utrecht, die op 23 januari 1579 door de afgevaardigden van Holland, Zeeland, Utrecht, Gelderland met Zutfen en Groninger Ommelanden werd onderteekend, en waartoe in den loop van het jaar nog Friesland, Overijsel en de Steden Groningen, Gent en Antwerpen toetraden, is de hoeksteen der latere Republiek der Zeven Provinciën (godsdienstvrijheid en bevrijding van de koninklijke troepen).

c. Nadat op 24 juli 1581 de Staten van Holland en Zeeland den Prins van Oranje den eed van trouw hadden gezworen, vaardigden op 26 juli de in den Haag vergaderde Staten-Generaal der Vereenigde Gewesten de beroemde onafhankelijkheidsverklaring uit, welke den naam “Afzweringsacte” droeg. (De souvereiniteit van den Koning van Spanje is vervallen verklaard).

Op 29 juli vaardigde de vergadering een oproep aan alle beambten uit om den Koning af te zweren en den eed van trouw aan de Staten der Gewesten af te leggen.

d. Op 9 april 1609 werd te Antwerpen het Twaalfjarig Bestand gesloten, waarin de Vereenigde Nederlandse Gewesten als vrije staten erkend werden. Alvorens de uiteindelijke afscheiding der Zeven Nederland-sche Provinciën van het Rijk te behandelen gaan wij nu over tot het verloop van den 30-jarigen oorlog in Duitschland.

46. Van Groot-Germaansch standpunt gezien, is de deelname van Zweden in den 30-jarigen oorlog een uiting der lotsverbondenheid der bloedverwante volken in Zweden en Duitschland.

Voorde Rijksstanden in Stockholm licht Koning Gustaaf Adolf de deelname aan den strijd als volgt toe:

“Dewijl wellicht menigeen zich inbeeldt dat wij de last van dezen oorlog zonder geldige reden op de schouderen laden, neem ik God, de Allerhoogsten, voor Wiens aangezicht ik hier sta, tot getuige, dat ik dit niet uit eigen liefhebberij of uit lust tot oorlogvoeren heb voorgenomen, maar dat ik daartoe sinds jaren een ernstige aanleiding heb.

“Ik onderneem dien vooral, opdat onze onderdrukte geloofsgenooten van het Pauselijke juk bevrijd mogen worden”

Op 4 juli 1630 scheept de “Goudkoning” zich in bij het eiland Rügen. (Goudkoning door Duitschers zoo genoemd om zijn goudblonde haren.)

47. De zegepraal van den volkschen opstand en de strijd voor godsdienst vrijheid wordt met Franse hulp behaald.

Lodewijk XIV ontvangt bij den vrede van Munster de bisdommen Metz, Toul, Verdun en de geheele Elzass. Nederland wordt onafhankelijk en treed uit het Rijk. Ook de Zuidelijke Nederlanden worden losgemaakt van het Rijk. De zelfstandigheid van Zwitserland wordt erkend.

48. Bij den vrede van Munster is Nederland reeds over het hoogtepunt van zijn volksche verheffing heen. Het kapitalisme viert na de koloniale verovering hoogtij.

De pioniers trekken naar de overzeesche bezittingen.

De Nederlanden, Scandinavië en Zwitserland treden weldra in een geschiedkundige rust, die tot den oorlog van 1939 vrijwel ongestoord voortduurt.

49. De vrede van Munster voert een staatsregeling in, die den Duitschen vorsten het recht gaf naar eigen goedvinden den oorlog te verklaren en vrede te sluiten en ook om bondgenootschappen, niet alleen onder elkander, doch ook met het buitenland aan te gaan, wanneer zij niet tot schande van het Rijk strekten. Het keizersschap was in een schijn-keizerschap overgegaan.

50. De opstanding van het Rijk zal zich nu voltrekken rondom de Mark Brandenburg en het koningshuis Pruisen. Pruisen stijgt onder den Grooten Keurvorst (gehuwd met een Oranje-prinses, dochter van Frederik Hendrik), 1640-1688, onder den Pruisischen soldatenkoning Friedrich Wilhelm l (1713-1740) en onder Frederik den Grooten (1740-1786) tot den rang van een groote mogendheid omhoog. In den 7-jarigen oorlog, waarin Pruisen tegen Habsburg (Maria Theresia), tegen Frankrijk, Rusland en Polen strijdt, krijgt Pruisen feitelijk reeds het overwicht in het Duitsche Rijk. Daarmede wordt het werk van 1806-1815 (vrijheidsoorlog tegen Napoleon), van 1866 de uitwerping van Oostenrijk uit den Duitschen Bond, van 1870-1871 de stichting van het Noordduitsche Keizerrijk der Hohenzollern (Bismarck’s trotsche schepping) mogelijk gemaakt.

51. De Republiek der Zeven Provinciën is een anti-volkschen staat in den meest letterlijken zin van het woord, zij is geen staat, maar een Volken bond van zeven republieken, wier statuut in tal van opzichten aan die van den lateren Volkenbond doet denken. Anti-volksch was de onderdrukking van Brabant en Limburg, op welke provinciën als generaliteitslanden het stempel van minderwaardigheid was gedrukt.

De houding tegenover Zuid-Nederland werd niet door volksche overwegingen, doch door strategische politiek gedicteerd. De Schelde en het Zwin werden afgesloten. Zuid-Nederland moest aldus kwijnen en zich tegelijkertijd tegen het opdringende Frankrijk verdedigen.

52. De Nederlanden konden, ondanks de gebrekkige staatsinrichting, ondanks den koopmansgeest van de regenten, dank zij het heldhaftig pioniersschap, tot een koloniale mogendheid van den eersten rang opstijgen. De Republiek werd echter al spoedig de speelbal der Engelsche politiek van Groot-Brittannië, dat systematisch den ondergang van Ne derland als zeemogendheid bewerkstelligde en te dien behoeve de Nederlandsche krachten vrijwel zonder steun in den titanenstrijd tegen Lodewijk XIV liet doodbloeden.

De Nederlandse volkskracht werd op de volgende wijze gebroken:

a. Door den eersten Engelschen zeeoorlog, 1651 -1654.

Zeer tot ongenoegen der Staten weigert Tromp de vlag voor Blake te strijken. Hierbij doet Brittanië onder leiding van Cromwell zijn eerste poging om Nederland in de vazaliteit der Engelsche politiek te brengen. De Acte van Navigatie bleef bestaan.

De Nederlandsche Marine moest in de toekomst voor de Engelsche de vlag strijken.

b. De Tweede Engelse oorlog 1665-1667. Tocht naar de Theems.

c. De inval van Lodewijk XIV, 1667-1688. Losscheuring van Rijssel, Doornik, Ath, Kortrijk, Oudenaarde en Thielt.

d. De oorlog van 1672 tegen Frankrijk, Engeland, Munster en Keulen. De Ruyter en Cornelis Tromp slaan de Engelschen bij Lowestoft. Slag bij Kijkduin 1673. Ontruiming der Staatsche Voorposten in Duitschland Orsoy, Rijnberk, Burik, Wezel, Rees, Emmerik. De Witt vermoord, Prins Willem III Stadhouder, 1674 Vrede met Engeland. Verbond met Spanje en den Duitsche Keizer. Willem III slaat de Franschen bij Bonn 1676. De Ruyter sneuvelt in de Middellandsche Zee, 1678, vrede, Frankrijk ontruimt Kortrijk, Thielt en Oudenaarde.

53. Uitroeping van Stadhouder Willem III tot koning van Engeland, 1689, brengt Nederland in de vazaliteit der Engelsche politiek. Een generatie lang zal nog Nederland tegen de Fransche macht strijden.

De bloedigste oorlog is de Spaansche successie-oorlog van 1701 -1712.

54. De onderwerping der Nederlanden aan de” Sans-Culottes” is het laatste bedrijf van de volksche ontaarding. Eerst in 1813-1815 worden de Nederlanden hersteld.

Frankrijk is over het hoogtepunt van zijn macht heen. Groot-Brittanië staat op het toppunt van zijn macht. Het had reeds in den zee-oorlogen met Frankrijk alle Fransche bezittingen in Amerika verworven. Het rooft de Kaap-Kolonie van Nederland.

55. De laatste slag, dien de Britsch-Fransche verraderspolitiek aan de Nederlanden toebrengen, is de uiteenscheuring van het rijk in de door hen gesteunden Belgischen opstand. Daarmede handhaaft Groot-Brittannië zijn traditionele politiek, dat het geen sterke mogendheid tegenover zijn kust duldt.

56. Het einde van den Belgischen opstand vormt de inleiding der knechtenpolitiek, die ons ten slotte in 1940 aan de zijde van onze traditionele vijanden, Engeland en Frankrijk, in den oorlog drijft.

57. Het oude rijk der Duitschers, het Heilige Römische Reich deutscher Nation, is ineengezonken.

Door de overwinning van Napoleon op Oostenrijk bij Austerlitz, is aan Oostenrijk de kroon van het Rijk ontgleden. Een jaar later wordt Pruisen geslagen. Het uur van Duitschland’s diepste vernedering heeft geslagen. In stede daarvan komt een caricatuur van een rijk “der deutsche Bund”, dat in zijn opzet evenals de vroegere republiek der Zeven Provinciën veel overeenstemming had met den Volkenbond.

Het Duitsche Rijk wordt een bond van staten, welker gezanten een permanent congres in Frankfort hebben van rond 70 leden, onder voorzitterschap van Oostenrijk.

De elf machtigste staten hebben een aparte raad, dien men dus vergelijken kan met den raad van den Volkenbond. Het doel van den Bond is de onafhankelijkheid en integriteit der staten te handhaven (ook een Volkenbondsartikel).

58. Tegen den Duitschen Bond verheft zich nu met alle kracht het Duitsche volk en roept steeds sterker om den eenheidsstaat. Zoo komt het tot de nationale revolutie van 1848, die in Weenen en Berlijn (vooral in Weenen) bloedig onderdrukt wordt. Hier treden de Joden op den voorgrond. Zij pogen de nationale revolutie voor hun doeleinden te misbruiken. Op 18 mei 1848 wordt te Frankfort het parlement van den Duitschen Bond geopend. Weldra sterft dit parlement zijn eigen dood, nadat het met 267 tegen 263 stemmen den Pruisischen koning tot keizer heeft verkozen. Friedrich Wilhelm IV weigert de keizerskroon.

Mr. M.M. Rost van Tonningen

https://vorming.wordpress.com/2014/0...van-tonningen/
 
Old January 28th, 2019 #26
Oithanasie
Junior Member
 
Join Date: Dec 2018
Posts: 14
Default

Heb een bundel van 8 boeken van Michael Kühnen besteld,
hopelijk komt het zonder problemen binnen.

Die Zweite Revolution - Band I: Kampf und Glaube
Die Zweite Revolution - Band II: Der Volksstaat
Einführung in die nationalsozialistische Lebensanschauung
Die 25 Punkte des Programmes der NSDAP Neukommentiert
Politisches Soldatentum: Tradition und Geist der SA
Führertum zwischen Volksgemeinschaft und Elitedenken
Zitate
Das Lexikon der Neuen Front


Het einde is smerig, homo en overleden aan aids,
maar zijn NS visie was sterk.
Dan kan je niet spelen, lijkt mij.

Oi.
 
Old February 13th, 2019 #27
Johan
Banned
 
Join Date: Oct 2013
Posts: 4,231
Default

Jörg Friedrich, De Brand. De geallieerde bombardementen op Duitsland, 1940-1945. Vertaald door Sander Hendriks.



Het vijf jaar durende, systematische bombarderen van meer dan duizend Duitse steden en dorpen kent zijn gelijke in de geschiedenis niet. Dertig miljoen mensen, van wie het merendeel vrouwen, kinderen en bejaarden, zijn bestookt met bijna een miljard kilo spring- en brandbommen. Triest resultaat: ruim 500.000 doden (onder wie 75.000 kinderen jonger dan 14 jaar), nog veel meer gewonden en de vernietiging van een onmetelijk rijk cultureel erfgoed.

De inferno's van Dresden en Hamburg zijn in het geheugen van velen gegrift, maar weinigen weten dat steden als Darmstadt, Dortmund, Kassel, Krefeld, Pforzheim en nog vele honderden andere ook compleet in de as werden gelegd.

Dit boek is de eerste omvangrijke en structurele geschiedschrijving van deze onvoorstelbare verwoesting, teweeggebracht door de 'goede kant' van de Tweede Wereldoorlog: de Britten en de Amerikanen. Friedrich vertelt niet alleen het verhaal van de planning, voorbereiding en uitvoering van de bombardementen op Duitsland (met als doel zoveel mogelijk kapot te maken), maar geeft ook uitgebreid indringende ooggetuigenverslagen van wat in de loop van '44 en '45 uitliep op een immense vernietiging op nooit eerder vertoonde schaal. Dresden is slechts een van de vele voorbeelden die Friedrich beschrijft.
 
Old February 17th, 2019 #28
Johan
Banned
 
Join Date: Oct 2013
Posts: 4,231
Default

Vaderlandsliefde, en Nationaal Herstel door Wouter Lutkie, R. Groeninx Van Zoelen



https://archive.org/details/Vaderlan...xVanZoelen1933
 
Old February 19th, 2019 #29
Johan
Banned
 
Join Date: Oct 2013
Posts: 4,231
Default

Volksche Wacht Nr. 10 April 1940

Strijdblad voor Nederlandsch Volksbewustzijn - Maandblad Uitgave van de stichting "Der Vaderen Erfdeel"
Volksche Wacht 4e Jaargang Nr. 10 Grasmaand 1940



https://archive.org/details/VolkscheWachtNr.10April1940
 
Old February 26th, 2019 #30
Johan
Banned
 
Join Date: Oct 2013
Posts: 4,231
Default N I E U W E B E Z E M S nummer 6, oogstmaand 2001

De hoge organisatiegraad van het "uitverkoren" volk (Deel 2)

Het aantal joden is in ons land, numeriek gezien, nihil.Er zijn drie Israëlietische kerkgenootschappen, te weten het Nederlands-Israëlietisch Kerkgenootschap, het Portugees-Israëlietisch Kerkgenootschap en als laatste het Liberaal-Joodse Kerkgenootschap.Bij de eerstgenoemde zijn 34 joodse gemeenten aangesloten met totaal 5100 leden.Aangezien het Nederland-Israëlietisch Kerkgenootschap het grootste is en de andere twee Kerkgenootschappen dus minder leden hebben, kunnen we stellen dat, en we doen een zéér grove schatting, het aantal “religieuze” joden, waarschijnlijk niet meer bedraagt dan ca.10.000.

In 1986 waren dat er nog 15.000, aldus het boekje ‘Joods leven in Nederland’(’86) van Y.H. van der Goot en K.A.D.Smelik. Natuurlijk zijn er ook joden die zich niet bij een synagoge (door joden ook wel sjoel genoemd) hebben aangesloten.Laten we zeggen dat het hier om, en dan nemen we een ruime marge, 35.0001 mensen gaat (1).Het betreft hier joden die of een joodse moeder of vader hebben.In het orthodoxe jodendom, die de halacha (de joodse wet) behoorlijk serieus nemen, worden alleen personen met een joodse moeder als jood beschouwd.Het leeuwendeel van de hier wonende joden behoren tot de Asjkenazim, zij zijn vooral uit Oost-Europa en Duitsland afkomstig.Daarnaast zijn er de Sefardim die uit Portugal en Spanje naar hier zijn gekomen.Tot de sefardische joden behoren ook bijvoorbeeld de Marokkaanse en Jemenitische joden.Zij zijn over het algemeen niet in ons land woonachtig.Een uitzondering hierop is David Pinto, geboren in 1942 in het Marokkaanse Midelt.Hij verhuisde in 1967 vanuit Israël, zo geweldig is een multiculturele samenleving dus ook niet, naar Nederland.In ons land is hij o.a. actief als directeur van het Inter-Cultureel Instituut(ICI) en is hij voorzitter van de Stichting Pop Against Racism (SPAR).
Hoewel het hier dus in aantallen om een kleine groep gaat, is de joodse gemeenschap in Nederland goed georganiseerd.
Als eerste zullen we de bekendste organisaties bekijken, daarna zullen we ingaan op organisaties die er alles aan doen om niet in de openbaarheid te komen, zoals we zullen zien niet zonder reden.
We willen beginnen met de stichting Centrum Informatie en Documentatie Israël (CIDI),bij nationalisten waarschijnlijk niet onbekend.Het CIDI, dat op de Jagerstraat in Den Haag is gevestigd, werd op 3 april 1974 bij de Kamer van Koophandel ingeschreven.Voorzitter is John Mannheim (geb.1939) die verblijft in het elitaire Wassenaar.Secretaris van het CIDI is de advocaat Robert Anthony Kiek (geb.1950) en woonachtig in Den Haag, ook hij is bij B’nai B’rith betrokken.Kiek zat ooit in het bestuur van de stichting Nieuw Israelitisch Weekblad, dit blad werd op 1865 opgericht.Andere bestuursleden van het CIDI zijn: Mozes Godschalk (geb.1948), hij woont in Amsterdam, Michael Minco (geb.1960), woont in Amstelveen, Mr.Robert Abraham Levisson (geb.1913), die af en toe ook als voorzitter mag optreden vertoeft tevens in Den Haag, W.E. van der Sluis (geb.1931) woonachtig in Amstelveen, is erg actief want hij is ook nog penningmeester van de vereniging Poale Zion voor een Progressief Israël (opgericht op 31-01-1985) dat op zijn huisadres is gevestigd, een echte spin in het web is Reinold Simon (geb.1938) die penningmeester van het CIDI is, hij is de penning ook al meester bij de stichting Israël 50 jaar en ook hij is bij B’nai B’rith betrokken, hij verblijft overigens in Den Haag, als een na laatste willen we Anna Elisabeth Cohn-Erwteman (geb.1941) noemen, zij woont, samen met haar man, die we bij de B’nai B’rith straks nog tegen zullen komen, in Leiden, ze is een bezige tante want naast haar rol in het CIDI, is ze bestuurslid van de al genoemde stichting Israël 50 jaar en we kwamen haar ook nog tegen als voorzitter van de vereniging Internationale Organisatie van Zionistische Vrouwen Nederland (WIZO-NL, opgericht 22-03-1949) en als laatste vermelden we René Jaap Glaser (geb.1951) en naast het CIDI ook lid van het curatorium van de Anne Frank Stichting, hij is te vinden in Den Haag.

De directeur, bepaald geen onbekende, is Drs.Ronald(Ronnie) Maurice Naftaniël.Hij werd geboren op 10 oktober 1948 in Amsterdam.In dat jaar werd ook de staat Israël opgericht.Naftaniël is woonachtig in Amstelveen.Zijn echtgenote, H.S.Naftaniël-Joëls, is portretschilderes. Hij is ook actief betrokken bij andere joodse organisaties, o.a. als voorzitter van de stichting Magen David Adom Nederland (een stichting die Israël financieel ondersteunt).Naftaniël zou naar verluidt ook bij de joodse vrijmetselaarsorganisatie B’nai B’rith, waarover later meer, zijn betrokken.Ronnie zei ooit in een vraaggesprek met Jeroen Pauw dat hij liever wil dat zijn kinderen met joden trouwen.Een van zijn dochters, Linde Naftaniël, is producente van het VARA-programma Zembla.Adjunct-directeur van het CIDI is mevrouw Hadassa Hirschfeld, ook zij is betrokken bij B’nai B’rith.Het CIDI geeft de ‘Israël Nieuwsbrief’ uit en is te vinden op het internet www.cidi.nl. Ook geven zij jaarlijks een overzicht uit met zogenaamde antisemitische incidenten.We willen ook nog vermelden dat er geruchten gaan dat het CIDI uit de B’nai B’rith zou zijn voortgekomen.

Naast het CIDI is ook de Stichting Bestrijding Antisemitisme (STIBA) actief bezig met het in kaart brengen van anti-joodse sentimenten.Deze stichting, die op 16 juli 1980 werd opgericht, staat onder voorzitterschap van Richard Allen Stein.Hij verblijft in Rotterdam.Hij kwam ter wereld in de Amerikaanse plaats Chicago op 20 augustus 1936.Hij is concertpianist en mevrouw Mr.Drs.S.R.Stein is waarschijnlijk zijn echtgenote.Zij is overigens bestuurslid van de stichting Nieuw Israelitisch Weekblad.Secretaris van de STIBA, sinds 8 februari 1995, is Willem Hero Zuidema (geb.13 juli 1932 te Rotterdam), woonachtig in Hilversum.Penningmeester is Nathan Herman Wijnperle (geb.9 februari 1926 te Amsterdam), hij woont in Amsterdam.Jakob Egbert Doek (geb.1 mei 1942 te Emmen) is bestuurslid van de STIBA.Hij woont in Lisse.Hij is gespecialiseerd in juridische kwesties.
Een organisatie die ook actief is op het terrein van het CIDI en STIBA is de Anne Frank Stichting (AFS).Deze stichting werd opgericht in 1957 door o.a. A.W.C.L.Koot, Mr.H.W.A.Heldring, Mr.F.B.Bakels en J.van Hasselt.De AFS is te vinden op de Keizersgracht in Amsterdam, voorheen op de Prinsengracht.Bij deze stichting zijn zeer veel mensen betrokken en we zullen onze aandacht alleen op de, onzes inziens, belangrijkste personen richten.Als eerste willen we de aandacht vestigen op drie publicisten voor wie het kennelijk zeer lucratief is om voor de AFS te werken.Rinke van den Brink (geb.1955) is werkzaam voor het in de tweede wereldoorlog opgerichte, u zal het allen al weten, ‘Vrij Nederland’.Dat hij tot 1983 lid was van de CPN en voor het communistische dagblad ‘De Waarheid’ (een letterlijke vertaling uit het Russisch van Prawda) schreef is bij sommigen wat minder bekend.In opdracht van de AFS schreef hij samen met Jorge Cuartas en Jaap Tanja (hem komen we zo nog tegen) een boek over Le Pen.Ook geen onbekende binnen nationalistische kringen is de cultureel-antropoloog Dr.J.G.(Jaap) van Donselaar (geb.1953), o.a. schrijver van boeken als ‘Fout na de oorlog’ (’91) en ‘De staat paraat?’ (’95).In zijn derde rapportage ‘Monitor Racisme en Extreem-rechts’ geheten, dat vorig jaar werd gepubliceerd, is hij er erg op gebrand om dubieuze organisaties als: FOK, KAFKA, stichting Magenta (waarover zo meer) en het CIDI als bron te gebruiken.Van Donselaar werkt ondertussen vier dagen in de week voor de Anne Frank stichting.Zijn partner Carien Nelissen, die de moeder is van zijn dochter, werkt ook voor deze stichting.Jaap is verder nog werkzaam bij de Rijksuniversiteit Leiden op het Departement Bestuurskunde.Helemaal een smet op het “objectieve” blazoen van Van Donselaar is het feit dat hij op de loonlijst staat van de Binnenlandse Veiligheidsdienst (BVD).

De derde publicist die we zeker niet willen vergeten is Anet Bleich.Zij schrijft in publicaties van de AFS.Verder is ze werkzaam bij de Volkskrant.Ooit was ze redactrice van ‘De Groene Amsterdammer’.En ook zij was, van 1972 tot 1977, lid van de CPN.Tevens werkte ze mee aan het ‘Auschwitz Bulletin’, van het Nederlands Auschwitz Comité (NAC).Bleich heeft ook grote sympathie voor de antifascistische beweging in Nederland.Dat blijkt uit een artikel dat ze samen met Rudi Boon in het boek ‘Nederlands racisme’(’84) schreef.Ze is erg actief want ze schreef ook nog een stuk in het boek ‘Oud en nieuw fascisme’(’81) van de Anne Frank Stichting.
Directeur van de AFS is Cees Broekhuyzen.Ooit werd deze functie uitgeoefend door Drs.J.F.(Hans)Westra.Voorzitter is mevrouw Til Gardeniers-Berendsen.Andere niet geheel onbekende personen die we de lezer zeker niet willen onthouden zijn: Marja Verbraak, zij is medewerkster op de afdeling voorlichting, Rabbijn Awraham Soetendorp, rabbijn van de Liberaal Joodse Gemeente te Den Haag en lid van het curatorium van de AFS en Joke Kniesmeijer (geb.1948) zij is actief voor de PvdA, bestuurslid van de AFS en ooit medewerkster van de afdeling voorlichting en documentatie inzake fascisme.Iemand die we ook regelmatig tegen komen is Jaap Tanja, woonachtig op de Bankastraat in Amsterdam en medewerker van de afdeling interculturele ontwikkeling van de AFS.Hij is tevens medewerker van het het periodiek ‘Contrast’ (weekblad voor de multiculturele samenleving) en werkte ooit mee aan de teloor gegane antifascistische blaadjes ‘AFdruk’ en ‘Casablanca’.In ‘AFdruk’, een orgaan van de AFS, publiceerde het Fascisme Onderzoeks Kollektief (FOK), hun postbus was het adres van dit blaadje.Wie dit postbusnummer natrok kwam uit op de Minahassastraat 1, waar, naast een heleboel linkse clubjes, ook de vereniging Martijn, die zich inzet voor de acceptatie van pedofilie, is gevestigd.Voor een ander periodiek van de AFS, ‘Casablanca’, schreef het KAFKA, dat voor politieke inbraken en intimidatie niet terugdeinst, een rubriek.

Een aardig dwarsverband vonden we tussen D66 en de AFS.Voormalig fractievoorzitter van deze partij, Gerrit Jan Wolffensperger, is namelijk lid van het curatorium van het AFS .In het boekje ‘The Extreme Right in Europe and the United States (’85), uitgegeven door de AFS, dat onder redactie stond van Vera Ebels-Dolanová (geb.1948), van 1975 tot 1980 lid van de CPN en schreef voor De Groene Amsterdammer, worden als bronnen wel zeer dubieuze clubs genoemd: de terroristen van Searchlight, u allen bekend, de Anti-Defamation League of B’nai B’rith uit New York en de Europese tak van deze laatstgenoemde organisatie uit Parijs.

De stichting Magenta (ook wel Magenta Foundation genoemd), opgericht 22 juni 1993, is te vinden op de Balboastraat in Amsterdam.Op dit adres woont Suzette Hélène Caroline Bronkhorst (geb.1958), zij was bij de oprichting van Magenta betrokken en was woordvoerder van deze stichting.Een aantal andere betrokkenen die we niet onvermeld willen laten zijn: Radija Zahaf (geb.1960) Piet Cohen en Mr.M.C.Bueno de Mesquita, Onno Rotbard (geb.1947) allen woonachtig in Amsterdam. Magenta heeft het Meldpunt Discriminatie Internet (MDI) opgericht, en ook niet bepaald oninteressant, ze hebben de naam www.kafka.nl geclaimd.De baarddragende Ronald Eissens is coördinator van het MDI.Deze Eissens hield vorig jaar een lezing bij het CIDI.Naar verluidt heeft Magenta ook banden met B’nai B’rith, wat het allemaal nog conspiratiever maakt.
Valt het u trouwens op dat meerdere organisaties die zeggen te strijden tegen discriminatie en racisme of geheel uit leden van de joodse minderheid bestaan of dat zij in dergelijke clubs belangrijke sleutelrollen vervullen.Twee voorbeelden van anti-racistische organisaties waar dat laatste het geval is.RADAR heeft als voorzitter Aron Isidoor Abram (geb.1937), woonachtig op in Rotterdam, die functie vervult hij sinds 15 februari 2000.Sinds 1996 is Jessica Silversmith directrice van het Meldpunt Discriminatie Amsterdam, zij is getrouwd met een Amerikaan van joodse afkomst en was in 70-er jaren lid van het Chili Comité.

Voordat we overgaan naar de joodse vrijmetselaars van de B’nai B’rith en enkele andere organisaties, is het wat ons betreft ook verhelderend om op te merken dat er op de Nederlandse televisie ook vertegenwoordigers van de joodse terreurstaat te vinden zijn.Een paar voorbeelden.Op RTL-5 wordt het praatprogramma Barend en Van Dorp uitgezonden.Frits Jelle Barend (geb.1947), woonachtig in Amstelveen, is bestuurslid van de stichting Sportbevordering Nederland Israël.In het blad ‘Joods Journaal’ stond onlangs een interview met Catharine Keyl, ook van haar was al bekend dat ze weinig critisch staat jegens de joodse staat.We kunnen een aardig lijstje maken met personen van joodse origine die een baan bij de televisie hebben.Om slechts enkelen te noemen: Diewertje Blok, Frits Spits, Henny Stoel (nieuwslezeres), Boudewijn Büch, Edwin de Vries (acteur), Ralph Inbar, Peter van Ingen, Frans Bromet, Hanneke Groenteman, Sonja Barend, Eddo Rosenthal (NOS-journaal en De Volkskrant) en Ankie Rechess (Nova), de twee laatstgenoemden zijn correspondent in Israël. Overigens, de correspondenten die de Nederlandse media in het “heilige land” hebben, zijn bijna zonder uitzondering van joodse afkomst.Een voorbeeld, voor NRC Handelsblad is Salomon Bouman verslaggever in Israël.Het moet gezegd deze correspondenten zijn meestal, een enkele uitzondering daargelaten, weinig objectief te noemen.Ook in de kranten en tijdschriften zijn leden van de joodse minderheid te vinden: Max van Weezel (adjunct-hoofdredacteur ‘Vrij Nederland’ en ‘Nieuw Israelitisch Weekblad’(NIW), zat ooit ook in het bestuur van de stichting NIW), was van 1972 tot 1976 lid van de CPN, Max Arian (geb.1940) is redacteur van ‘De Groene Amsterdammer’ en van het ‘Auschwitz Bulletin’, ook was een van de oprichters van het Chili Comité, Hella Rottenberg (familie van Felix ?) journaliste van de Volkskrant, Mischa Cohen, een van de eindredacteuren van Vrij Nederland, schrijfster Natasha Gerson, ook zij is in loondienst bij ‘Vrij Nederland’, dan is er nog de freelance-journalist Mariano Slutzky (een Argentijnse jood) die ooit bestuurslid was van GroenLinks en o.a. een column heeft in de Metro (een gratis krantje), hoofdredacteur van ‘De Groene Amsterdammer’ Martin van Amerongen willen we ook zeker niet vergeten, voor dat weekblad schrijft en redigeert ook René Zwaap, die in het Comité van Aanbeveling ‘Stop de oorlog op de balkan’ (van de SP) zat en als laatste vermelden we G.Philip Mok, hij schrijft voor het ‘Nieuw Israelitisch Weekblad’, heeft een column in ‘Israël Aktueel’ (v/d Christenen voor Israël, zie verderop)en ‘Elsevier’(2), ook mocht hij voor de EO als commentator op de problematiek in het Midden-Oosten, altijd zijn propagandistische praatjes spuien.En ook Naftaniël, wordt door de EO regelmatig, als ware hij Jezus Christus zelf, binnengehaald.

In de reeds eerder genoemde stichting Israël 50 jaar, is naast Reinold Simon, ook niemand minder dan Harry van den Bergh (geb.1942) en woonachtig in Amstelveen, betrokken.Van den Bergh, oud-kamerlid van de PvdA, oud-voorzitter van Veilig Verkeer Nederland (thans 3VO) en thans voorzitter van VluchtelingenWerk Nederland, is voorzitter van dit clubje.Hij heeft het maar druk want hij is ook nog bestuurslid van de Hebrew University in Jeruzalem. In sept. 1987 bedankte hij voor het 2e-Kamerlidmaatschap (PvdA) nadat hij in opspraak was gekomen wegens voorkennis bij beurstransacties.In de periode 1985-1987 had hij in aandelen Fokker en in andere fondsen gehandeld en daarmee grote bedragen verdiend.

In het bestuur van de stichting Israël 50 jaar is ook nog een andere erg actieve persoon te vinden.Het gaat hier om de psycholoog Robert(Rob) Jean Wurms (geb.1943), die in Monnickendam woont, hij is sinds 25 november 1997 vice-voorzitter van deze stichting.Wurms is een bezige bij want hij mag ook de stichting Centraal Meldpunt Joodse Oorlogsclaims (CMJO), ook wel Centraal Joods Overleg (CJO) genoemd, voorzitten. Dit CMJO is op de Van der Boechorststraat in Amsterdam gevestigd.Het pand in deze straat doet ook dienst als synagoge van het Nederlands-Israelietisch kerkgenootschap.Bij het CMJO is ook Ernst Jona Numann (geb.1950), werkzaam voor de Hoge Raad, betrokken.Hij woont overigens in dezelfde straat als René Jaap Glaser (zie boven). Zijn naam komen we ook nog tegen als bestuurslid van de Federatie Nederlandse Zionisten (FNZ), voorheen Nederlandse Zionistenbond (opgericht in 1899 en opgeheven in 1992) geheten.Hij heeft ook hier de functie van voorzitter.De FNZ geeft ‘De Joodse Wachter’ uit en is, in alweer Amstelveen, te vinden.Op dit adres staat ook de stichting Israël 50 jaar bij de Kamer van Koophandel ingeschreven.De FNZ heeft als secretaris Isidore Bernard Cohen (geb.1932), die in Amsterdam woonachtig is.Hij is ook nog bestuurslid van de stichting Israël 50 jaar.Penningmeester van de FNZ is Coen Abram (geb.1956), hij verblijft in Amstelveen.De resterende bestuursleden zijn: Daniël Steve Goudsmit (geb.1974), hij woont in de hoofdstad en Jeannette Margaretha Smole-de Graaff (geb.1949), zij resideert in IJsselstein.
In Nederland is de Likoed, een Israëlische politieke partij ook vertegenwoordigd.Ze zijn aangesloten bij de FNZ, de Jewish Agency, de Wereld Zionisten Organisatie en de Wereld Likoed Organisatie.Ze zijn te vinden op de Boschplaat in Amstelveen.Het telefoonnummer van Likoed Nederland staat op naam van A.M.van Bemmelen uit Den Haag.Een club die we ook niet over het hoofd willen zien is de stichting Israël Comité Nederland (ICN).Bestuursleden van het ICN zijn: G.J.van der Leij (voorzitter) en mevrouw A.G.de Ru (secretaris).Zij gebruiken een postbus in Deventer en werken met de FNZ, het CIDI, de vereniging Genootschap Nederland-Israël uit Opende en met de stichting Christenen voor Israël uit Nijkerk samen.Deze laatste, dolende, stichting, is te vinden op de Patroonstraat in Nijkerk.

Een organisatie alwaar we eveneens een verwijzing naar de PvdA vonden is de stichting Nederlandse Vriendenkring Afdeling Holland Ghetto Fighters House Israël.Deze stichting, die op 14 februari 1992 het levenslicht zag, heeft als statutaire zetel Amsterdam en is op de Hobbemakade te vinden.Op dit adres woont Isaäk Rudy Meijers (geb.1937).
Hoewel we niet zeker weten of het om dezelfde persoon gaat, troffen we op de lijst met bestuursleden de naam van Max van den Berg aan.Van den Berg (geb.1929) zit voor de PvdA in het Europees Parlement (EP).Voorzitter van de PvdA-fractie in het EP is Hedy d’Ancona (geb.1937), zij heeft/had een relatie met Ed van Thijn (oud-burgemeester van Amsterdam en oud-minister van Binnenlandse Zaken).Zij schrijft een column voor ‘Contrast’, weekblad over de multiculturele samenleving.Ook willen we graag de uitspraak citeren die ze deed in het programma Zembla.Die uitzending ging over het inmiddels, in 1998 overleden, Eerste-Kamerlid voor de PvdA en huisarts, Edward Brongersma, een pedofiel, die hiervoor in 1950 de gevangenis in draaide.Hij was overigens ook lid van de, hierboven reeds genoemde, pedofielenvereniging Martijn.Ze zei hierin: “zo’n nette man, altijd netjes in het pak.” Bij ‘Contrast’ komen we trouwens meer uitverkoren personen tegen.Hierboven zeiden we reeds dat Jaap Tanja meewerkt aan dit blad, ook Mercita Coronel vindt het geweldig om zich voor een multiculturele samenleving in te zetten.Nu we het toch over de PvdA hebben.Judith Belinfante stond in 1998 op de lijst (nummer 10) voor de Tweede-Kamerverkiezingen voor die partij.Zij was ooit directrice van het Joods Historisch Museum in Amsterdam.Een ander PvdA kopstuk, Jacques Wallage, ook al van joodse afkomst, stond nummer 2 op de lijst voor de Tweede-Kamer.Hij is thans burgemeester van Groningen.De PvdA heeft ook de burgemeesterszetel in Amsterdam weten te bemachtigen.De burgervader is daar Job Cohen.Het is overigens niet de eerste keer dat de hoofdstad een lid van de joodse minderheid als eerste burger heeft.Tot 1983 waren Wim Polak, en voor hem Ivo Samkalden, burgemeester, voor de PvdA, in deze stad.En ook Rotterdam (hoewel in die tijd al woonachtig in Wassenaar) had tot voor kort een burgemeester, daarna minister van Binnenlandse Zaken, die ooit alcoholist was, gemeenschapsgeld voor eigen doeleinden gebruikte en van joodse afkomst is, genaamd Abraham Peper.Ook bij andere partijen komen we Israëlieten tegen: in de VVD o.a. Frans Weisglas, bij het CDA, voormalig voorzitter van de Tweede kamer en huidig burgemeester van Den Haag, Wim Deetman, die tevens sinds ‘97 voorzitter is van het Genootschap Nederland-Israël en bij GroenLinks Paul Rosenmöller.

Voordat we dit eerste deel afsluiten willen we nog wijzen op een zéér prominent lid van de joodse gemeenschap.In de Raad van Commissarissen van de ABN AMRO bank kwamen we de naam van Baron D.(David)R.J. de Rothschild tegen.Deze stinkendrijke bankiersfamilie zal bij eenieder van u niet onbekend zijn.
In dit tweede deel hebben we een aantal stukjes van de “Nederlands-joodse” puzzel op zijn plaats willen leggen om aan te tonen dat deze minderheid beter georganiseerd is dan de menigeen durft(!) te denken.Het zal de lezer allicht wat meer zicht geven op de joodse kongsi in ons land.Ook dit artikel zal bij sommigen van u overkomen als een samenzweringstheorie. U moet zich echter wel realiseren dat wij alleen de feiten hebben gepresenteerd.De rest laten we aan u over.

Peter Nobel
(1) Het aantal joden in ons land bedraagt dus ca. 45.000.In procenten uitgedrukt is dat, grof geschat, 0,32% van de totale Nederlandse bevolking.

(2) Hierin schreef hij in juli 1979 een artikel over de Joodse Defensie Liga, in de Verenigde Staten van Amerika Jewish Defense League (JDL) geheten.In dat land is de JDLverantwoordelijk voor aanslagen en maken ze zich met enige regelmaatschuldig aan mishandeling.Hans Knoop was destijds de voorman van deNederlandse tak van de JDL.Knoop was ooit hoofdredacteur van hetNieuw Israëlietisch Weekblad en werkte als verslaggever voor DeTelegraaf in Brussel.Een vraag aan Hans: deze krant was toch fout inde oorlog?! Enige tijd geleden werd de JDL in ons land nieuw leveningeblazen en opende ze een kantoor in Eindhoven.

(In het derde deel zullen we ingaan op de B’nai B’rith (hebr.Zonen van het Verbond) en de banden die er met andere, ook niet-joodse, organisaties bestaan)

https://web.archive.org/web/20101230...ms/n6volk.html
 
Old February 27th, 2019 #31
Johan
Banned
 
Join Date: Oct 2013
Posts: 4,231
Default De algemeene verjoodsing.

In het volk is alle geest en alle leven en daarbuiten is geen heil en geen deugd te vinden.
(E. M. Arndt. Blick aus der Zeit auf die Zeit)


Toen eenmaal het diepe wezensverschil tussen Nederlander en jood mij bewust werd, heeft het mij niet meer losgelaten en is het mij gaandeweg tot een gewoonte geworden om alle gebeurlijkheden en schakeringen onzer samenleving kritisch naar hun joodse of onjoodse tendensen of invloeden te toetsen en te waarderen. Mijn geest beoordeelt automatisch. Als het ware een reflex, alle gebeuren naar zijn Nederlandse of Arische echtheid, dan wel joodse ontaarding. Bevind ik mij in tram of trein, dan vestig ik intuatief mijn aandacht op joodse reizigers en hun gedragsvormen; lees ik boek of krant of bezoek ik schouwburg, filmvertoning of kunsttentoonstelling, dan schift mijn geest kritisch wat karaktergetrouw en bloedwaar is en wat joods of verjoodsing.

Nu behoeft de joodse verbastering volstrekt niet van een jood afkomstig te zijn, want verjoodsing is een ontaarding, die onze gehele samenleving heeft aangetast en ons bloed en grondverbonden natuur en cultuur welhaast onherkenbaar vervormd. Hoe kan het ook anders! Bank en beurswezen, pers, film, radio, toneel, schone kunsten, zij allen staan onder rechtstreekse joodse geest- en machtsinvloeden; daarnaast en dit is zeker het meest noodlottig hebben ook kerken, de opvoeding, het onderwijs, de taal, de wetenschap, de rechtspraak en de politiek ten onzent een sterke judaiseering ondergaan. Het is de zuivere, dat de Nederlander elke lieve dag joods aanvangt en joods eindigt, dat zijn leven zich van de wieg tot aan het graf in een onzuivere, van geestelijke knoflook bezwangerde atmosfeer afspeelt, die vergiftigend is voor zijn levenssappen en verlammend voor zijn geestkracht.

Het Nederlandse volksleven is door stelselmatige verjoodsing gericht op bestendige wezensverloochening en bloedverraad!! De erkenning van deze feiten betekende aanstonds voor mij het onvermijdelijke conflict met de burgerlijke, maar vervalste begrippen van humaniteit en verdraagzaamheid, de beide intimidatiemiddelen bij uitnemendheid, waarmede elke poging tot afweer van het vreemde of bescherming van het eigene wordt gesmoord, gepaard met de berisping van barbaarsheid en verwijzing naar de vrijheidsidee, die de glorie onzer vaderlandse geschiedenis was. Genoemde begrippen vormen het opvoedkundige keurslijf, dat het Hollandse kind wordt aangetrokken, zodra het vermogen des onderscheids zich begint te ontwikkelen. Gelijk bij het Chinese meisje reeds in de vroege jeugd de voet wordt ingeklemd, tengevolge waarvan deze atrophieert en mismaakt wordt en de Chinese vrouw zich nog gebrekkig verplaatsen kan, zoo is ook in onze Nederlandse opvoeding het keurslijf der joodse-almens-ideologie de oorzaak van een belemmering voor een gezonden, bloedrijken groei van het Nederlandse aard-eigenen, waardoor de Nederlandse jongen en het Nederlandse meisje, eenmaal volwassen, een verminkt bestaan leven, niet bij machte zich tegen de vervreemding te verzetten en als gewillige slaven achter de joden aanlopen.

Zonder enige gewetensbezwaar heb ik aan dat even onwaarachtige als zoetelijke humaniteitgeblaat weerstand geboden, omdat het eigen bloedsbewustzijn mij deed begrijpen, dat de almensheid, ten spijt aan alle etnische beweringen van het tegendeel, een uit het joodse brein gesproten abstractie is, welke aan de emancipatie van den jood en aan de uiteindelijke wereldheerschappij van Juda moest worden dienstbaar gemaakt. Onze moederaarde wordt niet door een mensheid aan zich bewoond, maar is bevolkt met honderden rassen, stammen, volken, ieder met hun eigen erfelijke lichaamskenmerken, geaardheid en karakter en onderling volkomen verschillende levenseisen. De joodse gelijkheidsethiek wil het wel doen voorkomen, alsof alle volken gelijk zijn en gelijke belangen hebben en allen even gelukzalig zullen worden bij een, onder joodse macht en beheer staande en geregelde productie en distributie, maar dat is bedrog. De ongelijkheid is feitelijk de essentie van ons menselijk bestaan. Zonder die verscheidenheid van rassen en volkeren zouden de historische culturen en kunstperioden niet mogelijk zijn geweest, want eerst die wezensverschillen en polariteiten veroorzaken den edelen wedijver en den onderlinge bestaansstrijd der volken, dien eeuwigen kamp van volksziel tegen volksziel, waaruit een volkcultuur als hoogste potentie van het aard-eigenen voortkomt. Onze eigen geschiedenis is daarvan een sprekend bewijs. Hoe is nu die afkeer van het jodendom te rechtvaardigen tegenover de uitverkorenheid van Israel, want het odium theologicum bedreigt iedereen, die daaraan twijfelt of in zijn aanbidding van het heilige volk Gods tekortschiet. Het joodsche volk is Gods eigen, heilig volk; dit is het dagelijks brood van het kind uit christelijk gezin. Deze opvatting wordt er zo stelselmatig ingehamerd en is dientengevolge zoo algemeen, dat ons Nederlandse fatsoen veroorlooft om aan alles te twijfelen, alleen niet aan Israel uitverkorenheid en voorts, dat het bestaan van alle anderen volken slechts de verheerlijking en verheffing der joden ten doel heeft. Onze verjoodste conventie verdaagt en vergeeft de gruwelijkste godlastering, maar geen anti joodse kritiek, want dit is het kenmerk van ergste verdorvenheid. Reeds Abr. Kuyper slaakte in 1878 de verzuchting, dat elk woord, dat men anders dan met lof over de joden spreken dorst, aanstonds werd uitgekreten als verraad aan de heilige zaak der beschaving. Kuyper, die in zijn jonge jaren zich nog tot het Geuzendom zijner vaderen bekende, is de laatste staatsman en theoloog geweest, die de fatale invloeden van het jodendom voor land, volk en cultuur heeft onderkend en den moed had zijn waarschuwende stem daarentegen te verheffen. Ook heeft hij het volle licht doen vallen op het ras- en wezensonderscheid tussen ons en de joden en nadrukkelijk betoogd, dat de Joden als gasten in ons midden verkeren.

Kuypers opstellen hebben na hun verschijning, evenals Bollandes rede, aan felle aanvallen van joodse zijde blootgestaan, maar zij werden daarna spoedig doodgezwegen en daardoor zijn zij zelfs aan confessionele protestanten onbekend gebleven. Gelijk Kuyper en Bolland hebben alle grote mannen der wereldgeschiedenis zonder uitzondering ongunstig omtrent de joden geoordeeld. Tacitus, Mohammed, Giordano Bruno, Shakespeare, Voltaire, Frederik de Groote, Napoleon, Fichte, Kant, Schopenhauer, Nietzsche, Herder, Schiller, Goethe, Treitschke, Von Moltke, Bismarck, Richard Wagner, de Lagarde, H.S. Chamberlain, enz. hebben voor den verderflijken invloed der joden gewaarschuwd, maar ook hun meningen ondergingen hetzelfde lot en werden zooveel mogelijk door de wereldpers verzwegen, aangezien er niets mag gezegd worden ten nadele van Jahves lievelingen. Zelfs de rechtsche bladen wagen het niet, omdat zij anders door de advertentie-boycot van joodse zaken worden getroffen en aldus staat de gehele pers onder Judas censuur. Kuypers beschouwingen zijn van belang, omdat zij afkomstig zijn van een man, wiens Christelijke denkbeelden buiten alle verdenking staan en thans nog onder een groot deel van het volk voortleven. Het is slechts aan weinigen bekend, dat ook de grote hervormer Luther een uitvoerig geschrift heeft doen verschijnen over de joden, de slechtheid van hun karakter en over de gevaren die ons vanwege het jodendom bedreigen. Luther stond aanvankelijk zeer welwillend tegenover de joden, maar na ernstige waarneming van het joodse wezen en grondige studie hunner heilige boeken, waarin al hun morele verdorvenheid aan den dag treedt, verandert hij van inzicht en keert hij zich op 59-jarigen leeftijd onverzoenlijk tegen het jodendom. *) Bij Luther en ook bij Kuyper in zijn jonge, revolutionairen tijd, tintelde in den eigen hartslag de kern hunner natuur en de innigste verbondenheid met hun volk, terwijl zij in den jood het dreigende onheil voorzagen voor christenheid en natie. De jood is voor beiden de gevaarlijke ondermijner des geloofs en der zedelijkheid. Helaas hun waarschuwingen hebben niets geholpen, want van lieverlede zijn wij niet alleen de vrijwillige knechten van Israel geworden, maar geldt de verheerlijking van dit besneden volk als hoogste wijsheid en als bewijs van ware christelijke vroomheid. En hierin ligt de oorzaak van alle kwaad en den geestelijke nood der natie. Sedert de 17e eeuw zijn wij als gevolg eener gestadigde verjoodsing in steeds dieper verval geraakt en geheel het troosteloos beeld van de verwondingen onzer dagen is daarvan de afspiegeling.

Zoolang onze geldbuidel het goed maakte, dachten wij ons gelukkig en vegeteerden in vredige zelfgenoegzaamheid als Chineesche pavenu`s ons zielloos bestaan. In ons roemrijk een eenvoudig, vroom en moedig Geuzenvolk, zijn wij sindsdien verjoodste materialisten geworden in aanbidding van het gouden kalf. Ziedaar de vloek van ons huidige bestaan, de oorzaak onzer jammerlijkheid. Nu de stoffelijke nood ons aangrijpt, blijkt eerst recht ons gebrek aan innerlijke kracht en de voosheid onzer samenleving. Dat de mens bij brood alleen niet leven zal, verstaan wij niet meer. 1) Het feit, dat hetgeen Luther over de joden heeft geschreven ook voor het heden nog evengoed geldig is, deed mij besluiten om dit belangrijke geschrift in mijn moedertaal over te zetten. Het werd onder den titel “Luther over de joden” uitgegeven. In dit boekje heb ik tevens verschillende aanhalingen uit “Ons program” van Kuyper bijeengebracht, voor zoover zij op de joden betrekking hebben of zijn denkbeelden over bloed en volk ontvouwen; dit laatste vooral daarom, omdat tegenwoordig rechtzinnige kringen tegenover ras en bloed een houding aannemen, alsof deze natuurlijke mens onderscheidingen uitvindingen des duivels zijn. Wij hebben geen gemeenschappelijk ideaal meer en worden slechts door 1 impuls gedreven: het geld. Daarom ook hebben wij sedert drie eeuwen geen eigenlijke geschiedenis meer, zijn wij onnationaal en onbekwaam tot het scheppen van toekomst. De bron, die uit de diepten van eigen boezem welt, hebben wij moedwillig toegesloten en wij zijn voor onze dorstige zielen op zoek gegaan naar lafenis in de woestijn, waar wij nog verder zullen versmachten en het stof ons verblindt in uzelf, zoo zult gij alles vinden, was Goethe`s raad; maar wij blijven dolen in Juda`s dorre woestenij. Als een aanzienlijk deel van ons volk nog trouw blijft aan de traditie en kerks is, dan is dat bij velen niet meer uit behoefte aan innerlijke geloofsbeleving, maar omdat wij Farizeeers zijn, die de voorgestoelten beminnen of omdat er in ons gemoed nog een vaag bewustzijn leeft, dat er nog hogere levenswaarden zijn. Onze vroomheid is niet meer de frisse, heroische vroomheid van den Geus, maar kerkelijkheid en femelarij. Wij krakelen of de slang werkelijk tot Eva heeft gesproken in de stellige overtuiging, dat we daarmee een God welgevallig werk verricht en dat onze ziel en zaligheid daarvan afhangen, maar wij geloven niet meer aan onszelf, aan eigen roeping, eigen volksdom, eigen mythe. Het is bedroevend te moeten vaststellen, dat ook de kerken niet aan de algemene verjoodsing ontkomen zijn. Onze kerkelijke opvattingen en onze confessionele opvoeding zijn zoo verregaand gejudaiseerd, dat zij, ofschoon niet doelbewust daarop gericht, dan toch onverbiddelijk moeten leiden tot de grondige vernietiging van eigenwaarde en ons, onder de afschuwelijke dwaling alsof God het wil, geschikt maken voor de weerloze onderwerping aan juda. Dit moge blijken uit de denkbeelden, die onze geestelijke voorgangers omtrent de joden koesteren en de gangbare uitleggingen en verklaringen over geschiedenissen uit het Oude Testament, waarbij de zwaarste vergrijpen van de joden tegen de moraal en tegen de beginselen van eer en goede trouw worden verschoond en verheerlijkt, omdat zij het heilige volk aan wie alles geoorloofd is.

Ik vraag mij af: welken verheffende invloed kan het hebben, als het succes van de door Jacob toegepaste bedrieglijke listen (Gen.30 en 31) met het gespikkelde vee van Laban, als de goddelijke beloning wordt voorgesteld of als een joodse dieven- en roversbende, die de Egyptenaren, waarvan zij gastvrijheid hadden genoten, van al hun goud en zilver beroven (Ex 3:22 en 12:36), tot het heilige volk van God wordt verklaard? Nemen we voorts het verhaal omtrent het tweegevecht tussen David en Goliath (I Sam. 17), dat immer zoo wordt uitgelegd, alsof het door Gods beschermende hand ten gunste van David afloopt. Bij aandachtige beschouwing is evenwel duidelijk, dat Goliath in goed vertrouwen op de eerlijkheid zijner joodse tegenstanders, David tot een zwaardgevecht had uitgedaagd, zoals ook bij de Indogermanen gebruikelijk was. David die de uitdaging had aangenomen, haastte zich echter om op verraderlijke wijze een steen naar Goliath te slingeren, die hem dodelijk trof. Ook aan het beruchte boek Esther wordt in strijd met de feiten een strekking gegeven, die met alle gevoelens van volksmin, vaderlandsliefde en manneneer den spot drijft. Haman kon het niet langer aanzien, dat zijn Perzische volksgenoten door de als gasten in hun midden vertoevende joden werden uitgezogen. Hij wendde zich tot den koning Ahasveros en verklaarde (Esther 3 : 8/9): Hunne wetten zijn verscheiden van de wetten aller volken en ook doen zij des konings wetten niet en hij stelde voor om de joden maar te verdelgen, als enige doeltreffende manier om zijn volk van deze pest te verlossen. De koning liet zich echter door zijn bijwijf, de jodin Esther, tot verraad van zijn eigen volk verleiden en leverde zijn onderdanen over aan den duivelse moordlust der joden. Hij stond toe om in alle steden waar joden woonden, de macht van het volk neer te slaan, zijn eigen Perzische volksgenoten te doen afslachten en de kleine kinderen en vrouwen daarna te beroven (Esther 8 : 11). Het gevolg daarvan was, dat onder aanvoering van Esther`s oom en pleegvader, den jood Mordechai, onder grote vreugde 75000 perzen door de joden werden vermoord! Sedertdien vieren de joden in ons midden het Purim, hun heerlijkste feest van de zoete wraak aan hun gastheervolk en moeten wij die mensenslachting der joden als een vrome weldaad en als en hemelse beloning voor hun rechtschapenheid aanvaarden. En nog ongeloofelijk staaltje van morele afbraak en joden-aanbidding las ik in een christelijk tijdschrift (“Het Zoeklicht, Mei 1934). Hierin werd de hoer Rachab uit Jericho (Jozua 2 en 6) als een verheven toonbeeld van godsvertrouwen geprezen, alleen omdat zij geloofd heeft in Israels overwinning en uitverkorenheid. Zij had de door Jozua uitgezonden bespieders heimelijk verborgen en werd deswege na den val der stad met haar lijfsbehoud beloont en kon daarna haar voordelige nering rustig onder de joden voortzetten, die haar vanwege haar heiligheid wel een extra klandizie zullen hebben bezorgd. Voor ieder gezond en nog niet door hopeloze verjoding gedemoraliseerde mens is Rachab niet alleen een gemene hoer, maar bovendien een vuige landverraadster, voor wie de strop nog een te milde straf geweest ware. De door Jozua uitgezonden bespieders wisten drommels goed wat zij deden, toen zij bij een hoer om inlichtingen en om een schuilplaats aanklopten, aangezien dit internationale liefdegilde wel nimmer tot de trouwste vaderlanders zal hebben gehoord. Onze goedgelovige christen moeten daar echter anders over denken Rachab loven om haar onwankelbaar vertrouwen in de overwinning der joden Aan een geschrift Het ontwaken van het joodse volk dat door een aantal predikanten is samengesteld, ontleende ik den volgenden lofzang: Ja, daar leeft over de aarde verspreid een wondervolk. Een koningsvolk, doch vernederd en onttroond. Dit volk is te kennen, te onderscheiden, het draagt het kenmerk, het adelmerk op het aangezicht… Nederland stelt er eer in, het te mogen herbergen, om wil. Want de joden zijn onze schuldeisers. Het is ongelofelijk, maar het staat er. Een groter gemis aan eigenwaarde en gebrek aan eerbied voor het bloedeigen volk, een smadelijker vernedering hiervan en een misselijker strooplikkerij tegenover joden is nauwelijks denkbaar. Ofschoon ons volk reeds op schaamteloze wijze door joden wordt uitgezogen en het slachtoffer van hun demoraliserende invloeden is, stellen deze dominees nochtans vast, dat de joden onze schuldeisers zijn. Wanneer zullen onze dominees echter eindelijk eens aan het ontwaken van ons Nederlandse volk hun aandacht wijden of is dit wellicht zondig en goddeloos in hun ogen? In alle geval is het niet te verwonderen, dat zij, die uit liefde voor het eigen bloed, hun krachten besteden in het belang van het ontwaken van het Nederlandse volk uit dezen onwaardige toestand van geestelijke platvoetenrij, zich meer en meer van een kerk afwenden, die haar verheven roeping ten opzichte van de volksgemeenschap niet verstaat. Een predikant tevens parlementslid ging zoover, door in een redevoering in de tweede kamer te bekennen, dat hij hoopte, dat naar de profetie van Da Costa, ons land spoedig het Israel van het westen mocht worden.

De verkondigers van zulk een boodschap verdienen geen betere naam, dan die van Predikers des doods en predikers der knechtschap, hun door Nietzche gegeven. Zij verkondigen immers het ontwaken van Juda, maar niet de opstanding van het Nederlandse volk, doch integendeel zijn gewillige verslaving aan de joden. Wat betekend de verzaking van de aardeigen, lichamelijk en geestelijke gaven anders dan de ondergang? Is het dan te verwonderen, dat de Nederlander, losgerukt uit de natuurlijke banden met eigen volk en grond, een gemakkelijk slachtoffer wordt van de waanzinnige godsdienstige en politieke twisten en in een hatelijke onverdraagzaamheid tegenover de eigen volksgenoten vervalt, die niet van zijn gezindheid zijn?

Hij heeft afstand gedaan van eigen levensrechten en in de erkenning van eigen minderwaardigheid gaat hij over tot verering van den wezensvreemden, superieur gewaande jood. Zoodoende is, mede onder invloed van de joodse pers, een geestesgesteldheid ontstaan, die geen kritiek meer gedoogt op het jodendom en aan het antisemitisme geen vrijheid laat. Wij, brave Hollanders, vedragen dat alles goedig en zijn nu de volgzame knechten van de zonen Israels geworden, die ons land roemen als een tweede Kanaan, een land van melk en honing voor de joden. Wij zelf weten nu al niet meer beter of deze woestijnnomaden zijn onze bloedeigen volksgenoten en men heeft ons zelfs wijs gemaakt, dat zij de edelste elementen daarvan uitmaken, zonder wie land en volk tot onbeduidendheid gedoemd zijn. Naast de verloochening van het eigen volksdom door de kerken, hebben haar profane bemoeiingen met den politieke strijd de volksverscheurdheid bevorderd en de verinnerlijking van het godsdienstig leven hogelijk geschaad. Het is daarom geen wonder, dat tegenwoordig een grote verscheidenheid van nieuwe, meer of minder magische wereldbeschouwingen of schijngodsdiensten en vrome modes gretig bij ons navolgers vinden, zoals spiritisme, theosofie, antroposofie, zevende dag-adventisten, bijbelvorsers, mazdaznan, soefi enz. Het zijn allemaal wereldbeschouwingen van vreemden import, meest van Voor-aziatische herkomst en karakter, met wereldafgewende, gelijkmakende, pacifistische, zichzelf opheffende, verlossende tendensen; meest ook sterk door Joden beinvloed of onder hun leiding. Zij trachten het gehele leven te vergeestelijken en te verjoden, streven naar wereldverbroedering, wereldburgerdom en geestelijke eenheid. Bij het verval der Indoariers gebeurde hetzelfde en werd het heldische brahmanisme door toverijen en verslappende neigingen overwoekerd. Hetzelfde gebeurde ook in Hellas en Rome. Een zelfde beeld vertoont ons huidige christendom, dat verworden is tot een wereldverachtende godsdienst voor zwakkelingen en onvolwaardige. Ons tegenwoordige christendom heeft tot den held niets te zeggen. Alles wat zich sterk en gezond weet en overloopt van aardse levensblijheid, is daarom reeds zondig en veroordeeld. Men moet zich eerst belast en beladen voelen, ziek en levensmoe, vol lijden en medelijden en verlangen naar troost, dan is men pas voor het huidige christelijk geloof.

Voor een held als Siegfried, die zich verheugt in zijn kracht en gezondheid, die het vreezen gekend heeft, is in de christelijke kerken geen plaats en geen vertroosting voor zijn zieleheil mogelijk; gelukkig heeft hij dat ook niet nodig. De totale machteloosheid der kerken wordt ook overtuigend aangetoond door de fenomenale toename van het aan uittredingen uit de kerk. Bij de volkstelling van 1899 verklaarden 3 per 1000 inwoners niet tot een kerkgenootschap te behoren en bij de laatste volkstelling van 1930 was die gestegen tot 144 per 1000! Voor de grote steden stijgt dit tot 35%. Deze cijfers leggen de onmacht der kerken bloot om het volk te bezielen. Zoowel de protestantse als de roomse kerken, maar vooral de laatste, hebben door haar exclusivisme, de strenge eisen van gescheidenheid en door de politiek tot onderwerp van kerkelijke zorg te maken en daarmee godsdienst en kerk tot politiek uitbuitingsobject te verlagen, de volkverdeeldheid aangekweekt, zodat zij tot een haat tussen andersdenkende broeders is toegespitst. Ons volk leeft in een bestendigen godsdienstige en politieke burgeroorlog. Het gevolg hiervan is, dat in ons lieve vaderland nog maar 1 categorie zich echt Nederlands voelende staatburgers is, n.l. de joden; alle andere voelen zich in de eerste plaats katholieken of protestanten en leven in voortdurende onmin, alleen niet met de joden. “Hollands is daarom in feite identiek met “joods ook al omdat de jood beveelt en aan de touwtjes trekt. Nu hebben overigens protestantse en roomse geestelijken elkaar in hun houtzaaierij weinig toe te geven. Is het niet onzinnig om in de beroepsstanden de roomsen af te zonderen van alle volksgenoten, omdat niemand begrijpt, waarom kippenhouders van verschillende confessie verschillende belangen zouden hebben? Is het niet een misdadige schennis van de natuur, om wel de jodenliefde te prediken en het meeleven met Papoeas, maar daarnaast de gescheidenheid en felste vijandschap tussen katholieke en protestantse volksgenoten te bevorderen en intussen toe te zien, dat een steeds groeiend deel van het volk verkommert en verloedert? Het is volkomen begrijpelijk, dat het volk zich van de kerken afkeert, als het de leegheid daarvan aanschouwt. De kerkelijke haatzaaierij vormt de erfzonde van ons volk, waardoor het sedert drie eeuwen me den vloek der verdeeldheid is beladen. Het is eenmaal anders geweest. Toen Philips II de hervormden in de Nederlanden vervolgde, hebben de roomse graven van Egmond en Hoorne en de roomse Prins van Oranje zich daartegen verzet, omdat zij niet in den godsdienst, maar in bloed en bodem de lotsverbondenheid en eenheid der natie zagen. Volksdom is de uiterlijke verschijningsvorm, de totaliteit van de in het bloed vastgelegde eigenschappen van lichaam, ziel en karakter van een volk. Deze eigenschappen zijn aangeboren en eeuwig en onveranderlijk, tenzij door uitsterven of verbastering het bloed verloren gaat. Uit den Geus komt weer de Geus voort, gelijk uit den neger weer een neger en uit den jood weer een jood. Deze innerlijke wet is een bovenmenselijke ordening. Schennis van deze wet door de samenleving te ontaarden, te ontgeuzen en te verjoodsen, te romaniseren of te verchinezen, tengevolge waarvan de samenleving aan den eigenaard geweld aandoet of door bloedvermenging met joden en kleurlingen, is heiligschennis, want zij maakt inbreuk op de goddelijke schepping en haar wetten. De bloedschande is de allergrootste zonde tegen de natuur. Hoogste plicht is te zijn, wat de Almacht door haar ordening in ons gewild heeft, dat wij zullen zijn, dus onze innerlijke getrouw te blijven en dat betekent voor ons om Geus te zijn. Dit is geen ras- of bloedvergoding, maar erkenning van Gods wil en de goddelijkheid van onze eigen natuur. Dit is daarom ook christelijk, omdat geloof voor ons ook moet wezen: geloof aan het evangelie van het bloed, dat God in ons geopenbaard heeft. Volksdom is bloeddom. Het bloed is type- en karaktervormend en bepaalt den stijl. De geschiedenis van ons land en ons volk is door eigen bloed gemaakt en gewild en daarom geschiedenis van ons Nederlandse bloed. Onze cultuur, die in de Gouden Eeuw haar hoogste lied uitzong o, deze Gouden Eeuw met haar vele volks- en geesteshelden (bijna elke Nederlander was toen heroisch en geniaal), geleek wel een sprookjestuin uit de 1001 nacht, waarin als bij toverslag de schitterendste bloemen te voorschijn schoten had een Hollandsen stijl en karakter en was grond- en bloedgebonden, want uit de paring van Hollandse aarde met Hollandsen geest geboren. Aan die cultuur was geen sikkepitje joods. In den zelf gekozen naam Geuzen typeerde het volk zichzelf en gaf uitdrukking aan wat het wilde zijn. Rembrandt is de verpersoonlijkte hoogstwaarde van den Geus, het volmaakte type van Nederlands ras en bloed. Maar onze huidige voormannen en brave vaderlanders verwerpen den natuurwettelijke samenhang van bloed, ziel en grond. Zij beschouwen deze oerelementen van een gezond en krachtig volksbestaan als denkbeeldige waarden van een, door het (joodse) humanisme van de gelijkheid van alle mensen en volken sedert lang overwonnen, middeleeuws barbarisme en bovendien als een heidense levensopvatting.

Zij erkennen alleen “den geest, van het bloed losgemaakte “gezonde verstand als de enige, volstrekte waarde voor den vooruitgang der “mensheid. Van zijn bloedbron afgesnoerd, is aldus het volk geen levend wezen meer, maar een op wetsformele gronden bijeengegaarde, geestloze mensenhoop, een eenheidsstaatburgerdom van gelijkgerechtigde bloedecht Geuzen, joden, bastaarden en daarnaast nog door naturalisatie in de gemeenschap opgenomen Bosnegers, Maleiers en Chinezen, een echte mensenbrij. En de Nederlander zelf? Ach die weet sedert niet meer hoe hij het heeft te midden dezer volkerenhutspot op eigen bodem en kent zichzelf niet meer. Door een gans verjoodste atmosfeer is hij versuft en voert een kwijnend, kreupel en karakterloos bestaan, dat schommelt tussen de meest grove zelfzucht van het hoogheerlijke ik en een onpersoonlijke almensheids-ideologie. Hij zoekt voor zijn bloedarme ziel zijn heil in een streven naar weelde en genot, geeft zich over aan joods beursgeschacher, loterijen anderen zwendel en verliederijkt zijn gehavende geest in de moderne jazz-cultuur, een poespas van negersensualisme en joodse erotiek; of hij gelijkt den verhongerden Indische idealist en vervalt in een verweekelijkte Volkenbond-vergoding, wereldvrede-upotisme, jodenaanbidding, bleekneusjes- en misdadigersverzorging (om den gezonden Nederlander en de bescherming en het behoud van het zuivere, gezonde bloed bekommert zich geen sterveling), dan wel zoekt voor zijn ziel beurtelings een toevlucht in beide richtingen. Hetgeen tegenwoordig onder Nederlandse volksaard wordt verstaan, is allerminst het Geuzen karakter met zijn geest van heroiek en scheppingsdrang, vroomheid en volksmin, maar de sjachergeest en zinnelijkheidsdrift van een Hebreeuws woestijnvolk. Onze opvoeding, bewust tegen het bloeddom gekeerd, is, behalve op de secrarische verdeeldheid, voor het overige op het rationele en uiterlijke gericht, is schabloon met joodse perspectieven; ze is van den eigenaard afgewend en daarom zijn wij thans een karakter- en stijlloos volk, zonder eigen cultuur. Daarom heerst bij ons geen vrijheid meer, maar een allemansvrijheid.

De Nederlander zelf is nog nimmer zoo onvrij geweest. Dit is geen nieuwtje, want ook Kuyper stelde destijds reeds vast, dat het vrijheidsbegrip totaal verwaterd was en misbruikt werd om allerlei geniepigheid en onvrijheid mee te verdekken en te rechtvaardigen. “Wat is vrijheid? Afwezigheid van elke band, van elke beperking? Neen. De vis die spartelt op het droge, is onvrij, al bindt hem niets. Vrij is hij juist in het water, dat hem van alle zijden omsluit. Om vrij te zijn, moet dus elke band weggenomen, die tegen mij natuur ingaat en juist aangebonden die band, die men bij den aardvan mijn wezen, tot de natuur van mijn leven behoort. Met dit eenvoudige maar kernachtige voorbeeld, met deze ondubbelzinnige, gaf Kuyper, die in het begin van zijn politieke werkzaamheid in vele opzichten denkbeelden verkondigde, die nationaal-socialistisch waren van het zuiverste water, zijn mening over vrijheid weer. Hij luchtte daarbij tevens zijn ergernis, dat op alles wel het etiket vrijheid wordt geplakt, maar dat desniettemin in Nederland geen vrijheid bestaat Tot de vrijheidsmannen te behoren, is een vanzelfheid voor den verlichten en welopgevoede zoon onzer eeuw schreef hij spottend en knoopte daaraan de vraag of die vrijheidsmannen ons wel tot vrije mannen hebben gemaakt? Het antwoord hierop moet ontkennend luiden, vooral als men weet dat het de joden zijn, die het hardst om vrijheid bleren, dat wil dan zeggen niet om een vrijheid, die een geslacht van Siegfrieds en Brunhildes het leven mogelijk zou maken, maar een vrijheid voor de uitbuitende en bedervende werkzaamheid van Semitische woestijnnomaden en voor hun zelfzuchtige wereldoverheersings-oogmerken. Het is deze vrijheid, die thans door het volkse ontwaken en tegelijk daarmee bij de volken groeiende begrip voor het gevaar, dat van het parasitische jodendom uitgaat, bedreigd zien. Men kan er zeker van zijn, dat de joden, de wereldverbroederings-maniakken, pacifisten en universeel-humanisten, die zich allemaal zoo luide als gebrevetteerde verdedigers van de vrijheid aanprijzen, er toch nooit toe te bewegen zullen zijn, om voor hun vrijheidsideaal hun leven op te offeren; dit laten zij liever aan anderen over.

In Nederland heerst geen vrijheid van geweten, maar vrijheid van gewetenloosheid. Daar is zijn vrijheid, waar hij naar de zeden en gewoonten en wetten van zijn volk leven kan, waar, wat zijn oervaderlijk geluk was, ook hem gelukkig stemt, zoo schrijft Arndt en dat is volkomen juist. Maar bij ons zijn zeden, vormen en wetten verjoodst en vreemd. Vrijheid in Germaanse zin is wel in wezen beperkt tot een bepaalde organische volksgemeenschap met zijn eigen zedelijke orde, maar is dan ook binnen die orde integraal, want een halve vrijheid is geen vrijheid, zoals een halve waarheid geen waarheid is. Vrijheid moest voor ons betekenen de vrijheid om krachtens onze natuur ons te ontwikkelen tot den hoogstn graad van ons volksdom zoals een neger in zijn land de vrijheid moet hebben als neger zijn wezen tot hoogste volmaaktheid te verheffen. Dit is het bloedrecht van een volk en het bloedrecht is een godsrecht, omdat de almacht schepper is van het bloed. De bloedrechten zijn de allernoodwendigste en essentieelste levensrechten van een volk. Ook Kuyper bekende Geus te willen zijn, sprak zelfs van den God van Nederland en daarin lag de erkenning van zijn Nederlandse bloedrecht. Tegenwoordig waant men echter van den jood een Geus te kunnen maken en ziet men nog liever den Geus tot jood geworden. Onze predikers benaarstigen zich Gods schepping en Zijn wil te verkondigen, maar zij blijven in gebreke die te erkennen in het hoogste scheppingswonder zelf, dat naar Gods beeld geschapen heet. Het was toch ook Gods wil, die aan de volkeren en rassen het aanzijn gaf en hoe is dan de onverschilligheid hiertegenover te rechtvaardigen? Instede van de bespotting der rassen en volkeren en hun ondergang door bloedschennis te prediken en daarmee de vernietiging van Gods eigen werk, is het heilige plicht om mede te werken aan de vervulling van de aan de volken toegedachte taak en roeping. Doen zij dat niet, dan is hun prediking onwaarachtig. De Nederlandse opvoeding heeft tot taak om onze jongens en meisjes te doen opgroeien tot hetgeen zij krachtens hun levenskiemen, hun innerlijke potenties moeten zijn. Dit is nu niet het geval, omdat men met deze allereerste levensrechten geen rekening houdt. Bij de opvoeding dient men zich toch allereerst af te vragen, wie men wil opvoeden en waartoe?

Het kan toch niet de bedoeling zijn om joden en maleiers tot Nederlanders te kweken en evenmin Nederlanders tot joden of karakterloze eenheids cosmopolieten dit zou wezen neervoeden maar men moet Geuzenknapen volgens hun karaktereigenschappen en hun innerlijke wet tot volwaardige Geuzen maken. Niet het “koninklijke besneden of onbesneden jodendom is levenstype van den Geus, maar ons volksgelaat valt af te lezen van de Geuzen Tromp, Piet Hein, De Ruyter, Van Speyk, Rembrandt, Jan Steen, Frans Hals, Cats, Bredero, Hooft, Coen, Chr. Huygens, Leeuwenhoek, Swammerdam en zoovele andere helden. Zoolang onze samenleving nog niet weer organisch met ons bloeddom, ons wezen, ons aardeigene in verband gebracht is; zolang niet onze rechtspraak, onze kunst, onze cultuur en onze levensbeschouwing daaraan beantwoorden; zoolang ook niet onze opvoeding gericht wordt op het kweken van gave Nederlandse zielen, op de versterking van de ons volk aangeboren karaktergaven van zedelijkheid, eergevoel, moed, trouw en offerzin; zoolang nog platvoetige woestijnnomaden te beslissen hebben over wat of nederlands karakter en nederlandse schoonheid zijn zal, zoolang is er in Nederland geen vrijheid mogelijk. Daartoe dient allereerst al het vreemdrassige zijn invloed te worden ontnomen. In onze verjoodste maatschappij leeft de Nederlandsche ziel gelijk een kasplant in puntvormige omgeving een verminkt bestaan. Wij zijn onze vaderen vergeten en hebben ze onteerd. Wie bekommert zich verder nog om de bloedrechten der natie? Hierin ligt de oorzaak van onze onmacht om toekomst te scheppen. Toekomst scheppen beduidt toekomst willen. Onze natie mist wil tot toekomst en legt haar lot in handen van het willekeurig spel des toeval. Wee ons! Als wij nog verdere ontgeuzing gedogen en geen vaderen zullen zijn voor onze nazaten. Wee ons! Als onze kinderen niet te beerven hebben en geen vaderen om te bewenen; dan breken alle duivelen over hen los en zullen hun vloeken en verwensingen ons achterhalen! Blijft het statuutarische geloof het enige absolute richtsnoer van ons leven en streven, blijven de kerken de verjoding prediken, de vloekwaardige tweedracht en godsdienstige vijandigheid brandende houden tussen Nederlanders onderling en blijkt aldus de confessie een macht zoo sterk, dat zij alle bloedrecht verlamt en de door de natuur geschapen samenhang verbreekt en daarmee het volkse type en zijn eigenheid vernietigt; blijft het laatste doel op deze aarde het antwoord op de vraag: protestant of rooms, m daarmee het monopolie der hemelse zaligheid te verwerven, welnu, dan is het einde van ons volk alreeds in de sterren geschreven en zijn jammerlijke ondergang nog slechts een kwestie van tijd en de rechtvaardige vergelding voor zijn lamlendigheid en natuurschendende verscheurdheid. Gelijk het sedert de 17e eeuw door zelfgenoegzaamheid, tweespalt en verjoding verziekt is en de ontbinding zich in een smadelijke onbeduidendheid en machteloosheid weerspiegelt, zoo zal het stilaan verrotten. Indien het alleen maar van belang zal zijn of de confessie behouden blijft en niet Nederlanders van vlees en bloed, maar protestanten of katholieken dezen heiligen, vaderlijken grond zal zullen bewonen, dan zal het er ook niets toe doen, welk lot ons land en volk beschoren zal wezen, of het verder verloederen zal of verdeeld worden of b.v. aan Frankrijk prijsgegeven, want de Geus met zijn eigenaard zal niet meer zijn, zijn sprake zal verstommen, want hij zal Fransman geworden zijn, dan wel zijn bloed en zijn ziel ten onder gegaan door de bloedschandelijke vermenging met joden, Maleiers, Chinezen en negers of in een smeltkroes van rassen. In de erkenning van den goddelijke wil in het bestaan van het Nederlandse volk met zijn Germaanse bloed ligt mede de taak der kerken besloten om bij haar volgelingen den nationale zin levendig te houden en de liefde voor eigen bloeddom en cultuur aan te kweken. Boven alle verschil in kerkelijk dogma en boven alle politieke en andere tegenstellingen, openbaart zich in alle Nederlanders B. En M. Het evangelie van het bloed als de enige en absolute grondslag van gebondenheid een saamhorigheid voor geheel de naties als haar eeuwige levensbron.

Alleen de Nederlandse gedachte, de Nederlandse mythe Kuyper noemde dat “het mysterie der natie bezielt tot liefde voor het eigen volk en is de kracht, welke tot eenheid vermag te binden. Zich hieraan te wijden is evenzeer godsdienstig. Wij bezinnen ons tot eenheid, niet tot een abstractie van staatsburgerdom, maar tot eendrachtige levenswil van het in bloed en ziel en bodem gewortelde volksdom en verheffen ons tot een hoogst waarde van Nederlands leven en Nederlandse cultuur en vatten de edelste traditie onzer Nederlandse helden weer op, of wij verjoden en verbasteren ons tot een mestiezenvolk, verloochenen daarmee ons Germaans-nederlandse bloed en doen voor eeuwig afstand van onze Nederlandse bestaansrechten en zakken af tot een “mensheid, d.w.z. een karakterloos hutjemutje van eerloze sjacheraars en sensuele parvenus; wij zijn dan reddeloos verloren en zullen binnen afzienbare tijd als Nederlands volk van deze planeet verdwijnen en als een verschietende ster spoorloos in den nacht der tijden verzinken. Er is geen andere keuze. Eist onze hedendaagse christelijkheid de verloochening van het eigen bloed, om in plaats daarvan op te gaan in een almensheid en de verheerlijking der joden als onwijbaren plicht, welnu, dan heet ik liever geen christen en blijf als Radboud de Friezenkoning mijn vaderen getrouw, met het rustige geweten mijn innerlijke roepstem te hebben gevolgd. Men verwijt mij dan verder antisemitisme, onverdraagzaamheid en onchristelijkheid, het is mij om het even. Ik acht mij alleen rekenschap verschuldigd aan mijn nederlandse geweten en luister alleen naar de stem van mijn bloed. Er is geen christelijke moraal die voorschrijft om de oerbron van onze persoonlijkheid, dat is onze bloeddom te verloochenen en alle gevaar, dat het van welke zijde ook bedreigt, zonder verweer over ons heen te laten gaan. Net zoo min als de christelijke moraal gebiedt om een lintworm kalmpjes zijn gestelondermijnde werk te laten, omdat het beestje ook leven moet, net zoo min schrijft de christelijke moraal ons voor om een gevaarlijke parasiet van ons volkslichaam in zijn cultuurslopende arbeid ongestoord te laten en niet met alle middelen te bedwingen. En ons volkdom, en onze volksaard verkeren tengevolge van verjoodsing en joodse machtsinvloeden in levensgevaar en als dit niet intijds gekeerd wordt, dan zal de doodgewaande Mordechai in ons midden herleven. Kan het waarlijk onchristelijk en inhumaan zijn, om klaarbewust te streven naar een volwaardig Nederlands leven, waarin de oer-Nederlandse geesteswaarden en deugden tot vollen groei komen; waarin wij, Nederlanders, naar Geuzenaard kunnen leven en ademen en onze lotsbestemming in ons Geuzendom een doel en een bestemming te weten? In het volk te midden waarvan ik geboren ben, waaruit ik voortgekomen ben, zonder hetwelk ik niet zou zijn die ik ben, ligt mijn geest bevangen en beleef ik mijn aardse bestaan, en als ik de wording, het heerlijk verleden van ons volk doordenk en zijn roeping, dan is het van mij, alsof de ademtocht van het eeuwige mij beroert, of ik God zelf beleef. Als wij met het goddelijk merkteken in onzen boezem niet de aan ons toebedeelde bestemming hebben willen volgen, dan zijn wij niet meer dan mislukte knopengietsels, de eeuwigheid onwaardig en geschikt om gelijk Ibsens Peer Gynt door den knopengieter in zijn lepel te worden omgesmolten en samen met het uitschot in de massa op te gaan. Maar waartoe dan dit lichaam met Nederlands bloed doorstroomt; waartoe bergt het een Nederlandse ziel en een hart, kloppend van Nederlands leven, als dat alles slechts waardeloos is en zondig, wijl wij bestemd zijn om in de almensheid te versmelten?

Ach, hoe zijn wij, armen, dan gruwelijkst door onze geschiedenis bedrogen; de heerlijkste scheppingen van Rembrandt, de roemrijkste heldenfeiten van De Ruyter, zij zijn dan vergeefs geweest, de Geuzen hebben om niet geleden en gebloed en onze Gouden Eeuw, toen alles trilde van Hollands leven en tintelde van Hollandse scheppingsdrift, was dan niet meer dan een stinkende poel van zondigen wellust. Dan zij alleen het heden om zijn morele grootheid geprezen! Ik draag echter de diepe overtuiging in mijn gemoed, dat het bestaan van rassen en volken, elk met hun specifieke lichamelijke en geestelijke geaardheid en dus ook het bestaan van het Nederlandse volk, een door de Voorzienigheid geschapen verscheidenheid is en dat zij allen een eigen zending te volvoeren hebben; door de handhaving en bescherming der rasgescheidenheid tussen Nederlander en jood of kleurling en door de bestrijding van den Joodse invloed, maak ik mij dienstbaar aan de verheffing van ons Nederlandse bloeddom en ons Nederlandse wezen en geloof ik God te dienen, omdat ik daardoor medewerk aan de door de Almacht gewilde bestemming van het Nederlandse volk. Men zou het van de daken willen uitschreeuwen: Nederlanders, ontwaakt, luistert naar de stem van uw bloed, keert terug tot den geest uwer vaderen en wordt weer Geuzen! Als Faust om middernacht en in de diepste verlatenheid tot zichzelven komt, dan zegt hij: Die nacht scheint tiefer tief hereinzudringen, Allein im Innern leuchtet helles Licht.

Mogen ook wij de bron van ons oereigen wezen hervinden, dan zullen na den langen nacht van onmacht, van binnen uit de krachten groeien, waarmee wij de Joodse kluisters zullen verbreken en van ons afwerpen en dan zal voor ons Nederlandse volk de dageraad gloren van een nieuw bloeiend Geuzendom!

https://vorming.wordpress.com/2014/0...e-verjoodsing/
 
Old February 27th, 2019 #32
Johan
Banned
 
Join Date: Oct 2013
Posts: 4,231
Default

Florentine Rost van Tonningen - ODE Aan Alle Gevallenen van de Lage Landen

https://archive.org/stream/dutchlite...anden#mode/2up
 
Old March 1st, 2019 #33
Johan
Banned
 
Join Date: Oct 2013
Posts: 4,231
Default

Joodse hysterie verslaat Joodse zelfbeheersing

De Joden zijn een tegenstander van formaat. Ondanks hun relatief kleine bevolking – zo’n dertig miljoen wereldwijd – zijn ze op hun manier een ‘wereldmacht, dankzij hun beheersing (overheersing) van de economie, media en overheid in de Verenigde Staten. Ze zijn slim, meedogenloos en kwaadaardig. Het zou een fout zijn ze te onderschatten.

Echter, het is ууk een fout om ze te OVERSCHATTEN! Ze zijn niet almachtig, alwetend, perfect of onverslaanbaar. Keer op keer door de gehele geschiedenis is een hoogtepunt van Joodse macht snel gevolgd door hun onttroning, soms gepaard met ballingschap of Pogrom, hetgeen betekent systematische moord op Joden (ongedierte bestrijding).

Simpel gezegd: De macht stijgt hun naar het hoofd. Te veel zelf vertrouwen, verwaand en buitensporig. Hun aanvankelijk geheime tirannie wordt al gauw openlijk, te voor de hand liggend, tot protest oproepend bij de daarvoor nog onbewuste slachtoffers.
In dit opzicht is een intern Joods gebeuren erg interessant en zelfs aanmoedigend.
De ‘Hongaarse-Amerikaanse’ Joodse miljardair en filantroop George Soros sprak op een conferentie van de ‘Jewish Funders Network’ (JFN) in de Harvard Club in New York afgelopen november. Hij schokte het daar aanwezige Joodse publiek door te stellen dat het groeiende antisemitisme in Europa het directe resultaat was van de door ‘Israлl’ en de Verenigde Staten gevoerde politiek. Hij ging verder door te stellen dat zelfs hij zich niet meer veilig voelde, doordat het nieuwe antisemitisme zich weer richtte op het thema dat de Joden de wereld overheersen.

Dit openlijk toegeven van – ook al tegenover een Joods publiek – liet de grote Joodse organisaties walgen. (Er werd toen gelekt dat Soros al uit de gratie was, doordat hij naar men zegt niet zonder vragen of vertraging, genoeg grote donaties maakt aan Joodse organisaties.) Geloof het of niet: Als de ene Jood de andere Jood vertelt dat ze zelf deels verantwoordelijk zijn voor het verzet die hun eigen acties opwekken, dan labelt de andere Jood hem al gauw als ‘Antisemiet’ of zelfs ‘Nazi’ – ondanks het feit dat hij of zij weet dat de ander een mede Jood is!

Dus het is geen wonder dat de Joden simpelweg gewoon ver gaan. Ze kunnen de druppel die de emmer doet overlopen niet weerstaan. Hun geest is gesloten voor iedere vorm van kritiek of waarschuwing – zelfs vanuit eigen gelederen (wat duidelijk gebaseerd is op een intelligente vooruitblik tegenoverstaand tot goede wil tonen tegenover hun arme slachtoffers).
Aan de andere kant is de walging die opgewekt is door een opmerking gemaakt door een Joodse architect uit New York gedaan voor een Joodse groep die betrokken is met het beruchte HoloHoax monument in Berlijn. Discussierend over een controversie over de betrokkenheid van een Duits bedrijf dat betrokken zou zijn bij ‘concentratiekampen’, zijn tandarts vroeg hem of het goud dat door het bedrijf werd gebruikt voor anti-graffiti spray afkomstig was van de vullingen van vergaste Joden in Auschwitz. Er was een luid protest en zijn aftreden werd geлist. Uiteraard bood hij z’n verontschuldiging aan.
Maar wie weet? Misschien wou de tandarts er wel voor zorgen dat de anti-graffiti spray inderdaad kosher was!

Gary Lauck

http://der-stuermer.org/dutch/joodsehysterie.htm
 
Old March 4th, 2019 #34
Werner H
Junior Member
 
Werner H's Avatar
 
Join Date: Dec 2018
Location: Netherlands
Posts: 79
Default Dirlewangerbrigade

Stukje schrijven over de Dirlewangerbrigade :

https://historianet.nl/oorlog/tweede...chtte-erop-los

Wanneer de bloeddorstige brigade van Dirlewanger in 1944 door de straten van Warschau trekt, vinden duizenden burgers de dood.
© Bundesarchiv
Dirlewangers SS-brigade moordde en verkrachtte erop los
Moordenaars, verkrachters en psychopaten gingen het leger in toen SS-leider Heinrich Himmler een eenheid voor zware criminelen oprichtte. Met een sadistische zedendelinquent aan het hoofd hield de bloeddorstige brigade ongenadig huis in de bezette gebieden.
Facebook Pinterest Email
1 maart 2019 door Esben Sylvest
Zelfs de meest doorgewinterde Duitse soldaten bleven staan en keken met verbazing toe. De nieuwe SS-eenheid die was aangekomen om tegen de Poolse partizanen te vechten, was anders dan anders. Deze SS’ers, die bij de zogeheten Dirlewangerbrigade hoorden, liepen over van energie. Ze hadden geen rangtekens op hun uniform en stonken naar drank.

Zonder te aarzelen stormden de SS’ers naar voren, hoewel ze zwaar onder vuur lagen. Ze slaakten dierlijke kreten. Tientallen moesten het loodje leggen, maar de brigade wist van geen wijken.

De dronken, overmoedige soldaten van de Dirlewangerbrigade pasten goed in de chaos die in 1944 heerste in de straten van Warschau. Er was net een opstand uitgebroken, en Poolse verzetsstrijders vochten om elk huis met de gehate bezettingsmacht. Het was een wrede, bloedige slag: er werd strijd geleverd tot in de riolen van de stad en de donkere kelders van de huizen.

Tot de Duitse troepen in Warschau behoorde ook de 18-jarige geniesoldaat Mathias Schenk, een Duitstalige Belg. Zijn legereenheid moest een straat in het centrum van Warschau veroveren, maar slaagde daar niet in. De Poolse verzetsstrijders leken niet te verslaan – tot de Dirlewangerbrigade ten tonele verscheen en de aanval inzette.

Toen de Polen tanks van de brigade aan flarden schoten, dwongen de SS’ers burgers als levende schilden op de resterende tanks te gaan zitten. Een moeder liet haar dochtertje uit haar handen vallen, en het kind kwam onder de rupsbanden terecht. Een SS’er schoot de gillende moeder door het hoofd om haar het zwijgen op te leggen. Burgers die op de vlucht sloegen, werden in de rug geschoten.

Mathias Schenk vertelde later dat hij een lange, dunne man in een zwarte jas had gezien die bevelen schreeuwde naar zijn SS-eenheid. De man had een snorretje en een mager gezicht vol littekens, dat aan een doodshoofd deed denken.

Te midden van alle vuurgevechten en explosies hoorde Mathias Schenk dat de magere man zijn soldaten beval om de Polen te doden. Ook vrouwen en kinderen.

Lang na de oorlog ontdekte Mathias Schenk dat de man met het doodshoofd Oskar Dirlewanger was, een beruchte sadist die een naar hem genoemde SS-brigade leidde – een bende gewelddadige misdadigers en asociale soldaten die vanwege hun wangedrag uit andere SS-eenheden waren gezet.

Hitler wil criminelen in het leger
De Dirlewangerbrigade was misschien wel het meest dwaze idee van SS-leider Heinrich Himmler. Toen deze begin 1940 met het plan op de proppen kwam, had hij de gevolgen waarschijnlijk niet kunnen overzien. Hij wilde eerst alleen veroordeelde stropers opnemen in het leger, waar ze van meer nut zouden zijn dan in de gevangenis.

In het begin was de selectie streng. Adolf Hitler was akkoord gegaan met het verlenen van amnestie aan stropers, maar hij stelde als voorwaarde dat er alleen stropers in de SS-brigade zouden komen die illegaal hadden gejaagd met vuurwapens, niet met vallen en strikken.

Daarnaast wilde Hitler uitsluitend recidivisten tot de eenheid toelaten, om te voorkomen dat er amateurs opgenomen zouden worden. Alleen echte mannen die er niet voor terugdeinsden om te doden kwamen in aanmerking.

In juni 1940 had de SS de eerste 84 stropers geselecteerd. Twee maanden later telde de brigade 300 man, die in het concentratiekamp Sachsenhausen ten noorden van Berlijn een korte training ondergingen. Hier ontmoetten ze hun bevelhebber: Oskar Dirlewanger.


Dirlewanger had vrij spel in de strijd tegen Russische partizanen. Hij gebruikte terreur tegen burgers en doodde willekeurige mensen.
© Scanpix
Een droom gaat in vervulling
De 44-jarige SS-Oberführer had een bont verleden. Hij was doctor in de economie en had een IJzeren Kruis eerste klasse gekregen in de Eerste Wereldoorlog, toen hij meermalen gewond raakte.

Maar hij had ook een drankprobleem en zat in de jaren 1930 twee jaar in een tuchthuis voor verkrachting van een 13-jarig meisje en een aantal pogingen tot verkrachting van minderjarigen.

Al in 1922 was hij lid geworden van de nazipartij, en tien jaar later kwam hij bij de SA, de stormtroepen van de nazi’s. Toen hij in 1934 veroordeeld werd, werd hij echter uit de partij gezet vanwege immoreel gedrag.

Na zijn straf vertrok hij naar Spanje, waar hij in het Duitse Legion Condor aan de zijde van Franco in de Spaanse Burgeroorlog vocht, maar hij wilde het liefst terug in Duitse dienst. Hij schreef een verzoekschrift aan Himmler, waarin hij smeekte bij de SS te mogen komen.

Toen de nieuwe SS-eenheid werd opgericht, ging zijn droom in vervulling, dankzij zijn oude vriend Gottlob Berger. De twee kenden elkaar nog van de vrijkorpsen, rechtse, paramilitaire eenheden die vlak na de Eerste Wereldoorlog in Duitsland opkwamen.

Inmiddels was Gottlob Berger generaal bij de SS, en nu maakte hij zijn vriend bevelhebber van de brigade van stropers.

SS vergiftigt vrouwen
Na de training in Sachsenhausen werd de brigade naar Polen gestuurd. Eerst gingen de SS’ers naar het grensgebied met Rusland, waar ze verdedigingswerken aanlegden en een joods werkkamp bewaakten, en vervolgens naar Krakau en Lublin. In het joodse getto van Lublin plunderden en moordden de troepen van Dirlewanger erop los.

Dirlewanger pakte willekeurig joden op op beschuldiging van rituele moord. Als ze niet meteen een hoge afkoopsom betaalden aan de SS’ers, zouden ze ter plekke doodgeschoten worden.

‘Dirlewanger is een lastpost en jaagt de bevolking angst aan. Hij heeft het getto van Lublin dikwijls geplunderd en de inwoners afgeperst,’ aldus de jurist Georg Konrad Morgen, die door de SS naar het bezette Polen gestuurd was om het enorme aantal klachten over Dirlewanger te onderzoeken.

De lijst van misdaden bleek nog veel langer te zijn dan de jurist had gedacht. Zo ontdekte Morgen dat Dirlewanger ‘wetenschappelijke experimenten’ had uitgevoerd op joodse vrouwen, die hun kleren hadden moeten uittrekken voordat ze een strychnine-injectie hadden gekregen.

‘Vervolgens staken Dirlewanger en zijn makkers een sigaret op en keken ze toe hoe de vrouwen stierven. Daarna sneden ze de lichamen in stukjes, die ze met paardenvlees mengden om er soep van te koken,’ zei Morgen na de oorlog.

Na het rapport van Morgen over het gedrag van Dirlewanger wilde de SS van de brigade van stropers af. Friedrich Krüger, hoofd van de SS en de politie in Polen, belde SS-generaal Gottlob Berger in het hoofdkwartier in Berlijn en stelde hem een ultimatum: ‘Als dat stelletje misdadigers niet binnen een week uit Polen vertrekt, zet ik ze persoonlijk allemaal achter slot en grendel!’

Maar Krüger had met de verkeerde gebeld als hij Dirlewanger een halt wilde toeroepen. Berger legde zijn oude vriend geen strobreed in de weg; hij stuurde hem slechts verder naar het oosten, naar de schier oneindige Wit-Russische wouden, om op Russische partizanen te jagen. Hier zou hij buiten bereik van lastige onderzoekers zijn.

In hun nieuwe terrein konden Dirlewanger en zijn stropers zich ongestoord te buiten gaan aan moord en andere wreedheden. Ze waren net hongerige wolven in een schaapskudde.

Drie van de ergste SS-bloedbaden

Bloedbaden: Burgers moeten boeten voor moord

In 1942 wordt Gestapoleider Reinhard Heydrich vermoord door het verzet in Praag. Om wraak te nemen laat Hitler het dorp van de daders met de grond gelijk maken. Een paar dagen later wordt het dorp Lidice platgebrand. De mannen worden doodgeschoten, de vrouwen komen in kamp Ravensbrück en de meeste kinderen worden vergast. In de weken die volgen wordt nog een dorp met onschuldige burgers door de SS uitgemoord.

Ca. 1.300 doden

Bloedbaden: SS’ers doden opstandige boeren

Op 29 september 1944 trekt SS-majoor Walter Reder met zijn soldaten het dorp Marzabotto bij Bologna in Italië binnen. De inwoners zouden verzetsleden geholpen hebben en moeten gestraft worden. In de loop van een paar dagen worden alle dorpsbewoners gedood, onder wie veel vrouwen, ouderen en kinderen. 110 slachtoffers waren nog geen 10. Het bloedbad in Marzabotto staat bekend als de grootste moordpartij van de SS in West-Europa.

Ca. 770 doden



Bloedbaden: Duitsers verbranden Fransen levend

’s Ochtends op 10 juni 1944 krijgt de SS te horen dat Franse verzetsstrijders een officier hebben gegijzeld in een dorp. Binnen een paar uur omsingelt een Duits bataljon het dorp Oradour-sur-Glane en worden alle inwoners opgepakt. De mannen worden opgesloten in zes schuren, die eerst beschoten worden en daarna in brand gestoken. Vrouwen en kinderen moeten de kerk in, waar een brandbom ontploft. Wie ontkomt, wordt doodgeschoten.

Ca. 642 doden

Dirlewanger krijgt vrij spel
Twee jaar lang hield de eenheid van Dirlewanger huis achter het front in Wit-Rusland. De stropers werden ingezet tegen partizanen die de bevoorrading van de Duitsers verstoorden. Dirlewanger had zo zijn eigen methoden.

Hij vloog in een vliegtuig over dorpen waar partizanen zouden verblijven, en als hij beschoten werd vanuit de omgeving van het dorp, keerde hij met zijn soldaten terug om het plat te branden. De SS-troepen maakten hierbij geen gevangenen: mannen, vrouwen en kinderen werden zonder pardon gedood.

Soms dwong de eenheid vrouwen en kinderen die achtergebleven waren om door de mijnenvelden te lopen die de stellingen van de partizanen beschermden.

De SS’ers maakten geen onderscheid tussen partizanen en burgers. Overal waar de mannen van Dirlewanger verschenen, waren moord, verkrachting en plundering aan de orde van de dag.

De nazitop in Duitsland deed niets om de wandaden een halt toe te roepen, waar volgens historici zeker 120.000 Wit-Russen bij omkwamen. Integendeel: in januari 1943 vaardigde Hitler een decreet uit waarin hij de vervolging van soldaten die betrokken waren bij acties tegen partizanen verbood. Nu had Dirlewanger officieel carte blanche.

Burgers worden levend verbrand
Tijdens een van de acties omsingelden Dirlewanger en zijn mannen een dorp en joegen ze alle circa 2500 inwoners – mannen, vrouwen en kinderen – een paar grote schuren in. Vervolgens sprak Oskar Dirlewanger zelf hun doodvonnis uit:

‘Schiet ze allemaal ogenblikkelijk dood!’ De soldaten deden de deur van de eerste schuur open en schoten hun machinegeweren leeg, waarna ze hun mitrailleurs herlaadden en onbewogen doorgingen met schieten. Toen hun munitie opnieuw op was, sloten ze de deur en staken ze de schuur in brand.

Inwoners die wisten te ontkomen, velen brandend en wel, werden neergemaaid. De gevangenen in de andere schuren wachtte hetzelfde lot.

Het wrede optreden van Dirlewanger wekte – ondanks het groene licht van Hitler – veel afschuw in Duitsland.

In mei 1943 nam de brigade van Oskar Dirlewanger met andere SS-eenheden deel aan een grote operatie tegen de partizanen. Officieel kwamen hierbij 9800 partizanen om en werden er zo’n 6000 gevangengenomen.

Opnieuw gingen de troepen van Dirlewanger zich te buiten aan wreedheden, en toen een propagandaofficier later het gebied inspecteerde, meldde hij dat er partizanen levend verbrand waren of opgegeten waren door varkens.

De barbaarsheid van de SS’ers van Dirlewanger werd Wilhelm Kube, de gouverneur-generaal in Wit-Rusland, te gortig, en hij protesteerde bij Himmler. Maar opnieuw hield Gottlob Berger Dirlewanger de hand boven het hoofd. Hij deed de kritiek af als onzin en stelde dat Dirlewanger naar omstandigheden fatsoenlijk had gehandeld.

In juni 1943 had Dirlewanger 760 man onder zich, maar zijn brigade had voortdurend vers bloed nodig. De verliezen waren aanzienlijk – veel groter dan bij andere SS-eenheden – en de brigade stond dan ook bekend als het Himmelfahrtskommando.


Dirlewanger werd bewonderd vanwege zijn aanpak van de partizanen. Zo stuurde de politiecommissaris van Lublin een aanbeveling naar de SS-leiding.
© Bundesarchiv
Er waren echter niet genoeg geschikte stropers voorhanden, en de criteria voor opname in de eenheid werden gaandeweg verruimd. Dirlewanger kreeg nu ook soldaten die uit andere eenheden waren gezet, Russische collaborateurs en veroordeelde misdadigers.

In februari 1944 gaf Himmler Oskar Dirlewanger toestemming om 800 man te selecteren uit ‘asociale en professionele criminelen’ die in Duitse concentratiekampen zaten. De brigade kreeg naast stropers nu dus ook moordenaars, verkrachters, kindermishandelaars en geesteszieken in zijn gelederen.

Met nauwelijks verholen trots sprak Himmler in 1944 over Dirlewanger en zijn soldaten tijdens een toespraak voor lokale nazileiders in Polen: ‘Ik zei tegen Oskar Dirlewanger: waarom zoek je geen kandidaten bij het schorem, de echte misdadigers?’

Himmler prees ook een ander kenmerk van de bijzondere SS-brigade: de strenge discipline die er onder de soldaten heerste: ‘De sfeer in het regiment is vaak ronduit middeleeuws wat betreft fysieke straffen. Als iemand zijn wenkbrauwen fronst bij de vraag of we de oorlog aan het winnen zijn, valt hij neer. Dood, want de anderen hebben hem onmiddellijk neergeschoten.’

Doorgaans werd iemand die de regels van de brigade overtrad, geslagen met een knuppel, en in het uiterste geval doodgeschoten. Een gevreesde straf was de zogeheten Dirlewanger-kist: het slachtoffer moest dagenlang rechtop staan in een krappe, afgesloten kist. De soldaten zeiden dat hij er dan uitkwam als een lijk of als een moordenaar.

Deze lijfstraffen moesten ervoor zorgen dat de soldaten de bevelhebber blind gehoorzaamden, moed zouden tonen en nergens bang voor waren. In december 1943 zette Dirlewanger zelfs de doodstraf op lafheid in de strijd.

Wodka vóór het ontbijt
Tijdens de opstand in Warschau in 1944 zag de 18-jarige Mathias Schenk van dichtbij hoe de dronken soldaten van Dirlewanger zich met ware doodsverachting in de strijd wierpen.

Korte tijd daarvoor waren de mannen teruggehaald uit Wit-Rusland, dat nu in handen van het Rode Leger was. De eenheid heette nu ‘SS-Regiment Dirlewanger’, maar hun werkwijze was niet veranderd: de soldaten traden wreder en bloeddorstiger op dan ooit.

In de eerste week van de Opstand van Warschau doodden de Duitsers 40.000 tot 50.000 Polen, de meesten in de wijk Wola, waar de eenheid van Dirlewanger actief was. Moordend en verkrachtend trokken de soldaten door de straten. Volgens ooggetuigen staken ze gevangenen in brand, spietsten ze baby’s aan hun bajonetten en hingen ze vrouwen op aan balkons.

Na een paar dagen kwam Mathias Schenk zelf onder het bevel van Dirlewanger. Hij moest net als alle andere soldaten elke ochtend op een lege maag een stevig glas wodka drinken, zodat hij in een roes het gevecht in ging.

Schenk zat in de voorste linie en moest deuren opblazen en versperringen verwijderen voor de soldaten van Dirlewanger. Op een dag drongen de SS’ers een ruimte binnen waar gewonde Polen én Duitsers werden verzorgd door een arts en 15 verpleegsters van het Poolse Rode Kruis.

De Duitsers smeekten de SS’ers de Polen in leven te laten, maar hun hoofden werden met geweerkolven ingeslagen. Vervolgens scheurden de soldaten van Dirlewanger de verpleegsters de kleren van het lijf.

Diezelfde avond zag Mathias Schenk hoe de naakte en toegetakelde zusters met hun handen boven hun hoofd naar een reeks galgen werden gebracht en op een krukje moesten gaan staan. Het bloed droop langs de benen van de vrouwen. Dirlewanger lachte en schopte het krukje onder een van hen weg.

Na twee maanden hadden de Duitsers de Opstand van Warschau neergeslagen. Er waren zo’n 200.000 Polen gedood, terwijl het SS-Regiment Dirlewanger 2700 man was verloren, voornamelijk nieuwelingen. Tijdens de opstand had de eenheid veel rekruten uit een strafkamp van de SS gekregen.

Mathias Schenk kon er niet meer tegen. In de winter van 1944-1945 ontvluchtte hij het leger en dook hij onder bij Poolse boeren tot de oorlog voorbij was. Waarom de boeren hem hielpen, wist hij niet. ‘Uit medelijden denk ik. Ik was eigenlijk een zielig kind.’

Dirlewanger ontkomt aan de Russen
Vanuit Warschau vertrokken de troepen van Dirlewanger naar Slowakije om nog een opstand neer te slaan, en begin 1945 werden ze overgebracht naar Duitsland, waar de laatste slag tegen de Russen zou worden geleverd.

Dirlewanger ontsnapte aan de wraak van de Russen, maar bracht het er niet levend vanaf. Begin juni 1945 werd hij gevangengenomen in Zuid-Duitsland. Hoe hij daar beland was, is niet bekend. Hij was in Franse handen, maar zijn bewakers waren Pools.

Of ze wisten van de misdaden van Dirlewanger is niet duidelijk, maar volgens een medegevangene gaven de Polen hem zo’n stevig pak slaag dat hij zich ’s ochtends vroeg op 5 juni 1945 niet meer kon bewegen. Twee dagen later werd hij dood verklaard.

Zijn oude vriend Gottlob Berger kon hem niet meer te hulp schieten. Berger was zelf ook gevangengenomen in Zuid-Duitsland en wachtte zijn proces in Neurenberg af. Tijdens de rechtszaak werd hij met de wandaden van zijn vriend geconfronteerd:

‘Een goed mens kun je Dirlewanger niet noemen, maar hij was een goed soldaat,’ verklaarde Berger, die tot 25 jaar gevangenisstraf veroordeeld werd wegens misdaden tegen de menselijkheid. In 1951 werd hem gratie verleend.

De soldaat Mathias Schenk keerde terug naar België, waar hij een gezin stichtte en vier kinderen kreeg. Hij begon een fabriek die stopverf maakte om auto’s mee te repareren.

Schenk vergat zijn ervaringen in Polen nooit. Hij organiseerde noodhulp voor het land en sprak regelmatig veteranen van de Opstand van Warschau: ‘Ze waren aardig. Eentje zei dat hij had geschoten op de laatste Duitse troepentrein, die op 1 augustus aankwam.’

In die trein zat Mathias Schenk.
 
Old April 18th, 2019 #35
Johan
Banned
 
Join Date: Oct 2013
Posts: 4,231
Default

“Wie we zijn” is een serie artikelen over de geschiedenis van het blanke ras. Deze reeks artikelen werd geschreven door William Luther Pierce voor de uitgaven van zijn organisatie, The National Alliance. Elke maand zal op dinghal.com de Nederlandse vertaling van één van de artikelen uit deze reeks worden geplaatst.

Wie we zijn 1: Eenheid en diversiteit in de natuur

Wie we zijn 2: naar een hoger bewustzijn

Wie we zijn 3: de eerste mensen evolueerden in Europa

https://dinghal.com/tag/wie-we-zijn/
 
Old April 30th, 2019 #36
Johan
Banned
 
Join Date: Oct 2013
Posts: 4,231
Default Uit 2007 actie tegen het joodse MTV

In september 2007 demonstreerden zo’n 50 kameraden in Den Haag onder de naam “Comité stop MTV” tegen een dance-party van de gelijknamige muziekzender. Daarna trokken ze naar Voorschoten en vierden daar feest in een plaatselijke zaal. Massaal werd het Horst Wessel-lied gezongen en de Hitlergroet gebracht.

Het protest tegen MTV was georganiseerd door de Nationaal Socialistische Actie (NSA), dat is geïnitieerd door Jeugdstorm Nederland (JSN).Op de demonstratie waren ook leden van het Aktiefront Nederland, en de oudgediende Eite Homan kopstuk van het Racial Volunteer Force.Al deze groeperingen staan een revolutionair en ‘anti-kapitalistisch’ nationaal-socialisme voor, in de geest van de Sturm Abteilung (SA) ten tijde van Hitler-Duitsland.

Er werden pamfletten uitgedeeld waarin de NSA zich tegen “de jodenzender” MTV keerde omdat die seks, drugs, alcohol, geweld en “rassenvermenging” zou propageren. MTV zou daarmee “jeugdbendes” in de hand werken die in de ogen van de NSA vooral uit Antillianen en Marokkanen bestaan. De MTV-programma’s zouden “immoreel” zijn en “de Nederlandse volksgeest verzieken”.

Na de demonstratie vertrokken zo’n 35 kameraden naar Voorschoten. Daar liep men in colonne door het centrum,om vervolgens uit te komen bij zaal De Groene Kikker.Daar werden toespraken gehouden door onder andere Stewart Mordaunt, voormalig Haags raadslid van de CP’86. Ook werd er een minuut stilte gehouden voor Ian Stuart Donaldson,de in 1993 dodelijk verongelukte voorman van de band Skrewdriver en leider van Blood & Honour Engeland.Meteen na de stilte werd massaal het Horst Wessel-lied gezongen en de Hitlergroet gebracht.

 
Old May 26th, 2019 #37
Johan
Banned
 
Join Date: Oct 2013
Posts: 4,231
Default De geplande Europese genocide

In een toespraak tot het EU in mei 2016 zei de vicevoorzitter Europese Commissie Frans Timmermans dat Brussel er alles aan moet doen om monoculturele staten uit te wissen, en het proces van omzetting naar de multiculturele diversiteit bij iedere afzonderlijke staat wereldwijd te versnellen. De toekomst van de mensheid, aldus Timmermans, zou niet langer berusten op individuele naties en culturen, maar op een gemengde supercultuur.

De massa-immigratie naar Europa zou een middel tot dit doel zijn. Geen land mag ontkomen aan de onvermijdelijke vermenging, veelmeer dienen de immigranten ertoe worden aangespoord ook de ‘verst verwijderde plekken van de planeet te bereiken om te garanderen dat er nergens meer homogene samenlevingen blijven bestaan’.
Wat wij al jaren geleden voorspelden door gewoon de gebeurtenissen vanaf de oprichting kort na wereldoorlog twee,van de Economische Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS). Duitsland, Frankrijk en de Benelux-landen spraken af dat handel in kolen en staal tussen de landen vrij moest zijn. De publieke opinie werd zo gemanipuleerd dat veel Europeanen werkelijk geloofden dat met het opgeven van steeds meer identiteit en verbindende factoren het vrijwel onmogelijk zou zijn dat Europa nogmaals in een bloedige oorlog zou belanden.

Timmermans is een van de eerste EU-leiders die zijn masker heeft laten vallen over het plan van de Europese Unie om monoculturele staten door middel van massa-immigratie uit te roeien. Mensen die vast willen houden aan hun identiteit als volk of land hebben volgens Timmermans geen enkele plaats in de toekomst. Het streven van de EU is dus geheel in lijn met de ideeën van Coudenhove-Kalergi.

Richard Nicolaus graaf Coudenhove-Kalergi (1894 – 1972) was de zoon van een Oostenrijks-Hongaars diplomaat in Japan en een Japanse moeder. Hij ontwikkelde het idee voor een verenigd Europa met mensen van gemengd ras. Het Euraziatische-negroïde ras.
Als nationaal socialisten geloven wij in de unieke eigenschappen van elk ras en cultuur. Het willen behouden van deze eigenschappen heeft dan ook niks met het platte racisme te maken wat ons door tegenstanders vaak verweten wordt
Het niet mee willen gaan in de waanzin van totale rasvermenging heeft ons inziens niet met superioriteitsgevoel te maken. Eerder kunnen wij spreken van het respect wat wij hebben voor de diversiteit van menselijke rassen en dat wat zich in de loop van de eeuwen heeft gevormd naar verschillende subrassen perfect aangepast aan de natuurlijke omstandigheden met de aangepaste kwaliteiten.

Wij moeten niet vergeten dat deze waanzin van het beroven van culturele identiteit , het importeren van andere culturen op grote schaal in betrekkelijk korte tijd al zo veel schade heeft aangericht. Het voortbestaan van onze ras en natie is op een kritiek punt belandt. Buiten gepaste zelfverdediging heeft het bedreigen,intimideren of buitensporig geweld geen zin als dat tegen individuele burgers richt. En juist beheersing van woede en educatie van onze eigen jongeren is de weg die wij voorlopig moeten volgen. Zolang de verraders in alle gelederen van het gevoerde politieke beleid zitten zal het alleen maar verergeren. Eens komt de dag dat deze verraders zich moeten verantwoorden aan het volk.....

VOLK STEH AUF
STURM BRICHT LOS......


Johan Martens
 
Old August 25th, 2019 #38
Johan
Banned
 
Join Date: Oct 2013
Posts: 4,231
Default

De tsaar, de toovenaar en de Joden

"Vooral diegenen, die er nog niet toe konden komen, den verderfelijken invloed van de machten achter de schermen en het ontzettende gevaar van het Russisch bolsjewisme te erkennen, moeten dit boek lezen. De oogen zullen hun open gaan".



https://www.hasufali.nl/auteur-gruehn/tsaar.htm
 
Old August 25th, 2019 #39
Johan
Banned
 
Join Date: Oct 2013
Posts: 4,231
Default De oprichting van de VN

Niet alleen was de ‘architect’ van de Verenigde Naties, Leo Pasvolsky, Joods, maar onder de belangrijkste personen die betrokken waren bij de oprichting van de VN in 1945 waren joodse communisten, zoals Victor Perlo, Harry Dexter White en Solomon Adler. De VN is een wereldwijde entiteit met een aanzienlijke macht die de culturen van veel westerse landen heeft beïnvloed.



Zo heeft Amerika aan het eind van de jaren veertig van de vorige eeuw in ieder geval een aantal educatieve ideeën overgenomen die door een VN-afdeling van de UNESCO zijn ontwikkeld (dat wil zeggen ideeën die in het rapport “Towards World Understanding” zijn opgenomen). Deze ideeën hadden betrekking op de inhoud van leerboeken in Amerikaanse scholen. De Commissie voor Hoger Onderwijs van voorzitter Truman’s Commission on Higher Education onderschreef de ideeën, waaronder het onderwijzen van kinderen over de voordelen van de “internationale overheid” (aka “het overgeven van een groot deel van de autonomie van uw land aan een mondiaal orgaan”).

De controversiële VN / UNESCO ‘Verklaring over de aard van ras en rasverschillen’, die menselijke raciale verschillen en de houding van mensen over ras ontkende, was grotendeels de uitvinding van de beruchte joodse antropoloog Ashley Montagu. Die verklaring leek de voortdurende joodse agenda over ras verder te benadrukken. Een ander voorbeeld van die agenda: al in 1935 benaderde Franz Boas – de joodse peetvader van raciale ontkenning die de inspanningen van Montagu inspireerde – twee topwetenschappers en vroeg hen om een ​​antiracisme / raciale ontkenningsverklaring af te leggen, die zou worden ondertekend door vele andere wetenschappers en vervolgens gepubliceerd. Beide wetenschappers die Boas benaderde, antropoloog en psycholoog Livingston Farrand en bioloog Raymond Pearl, wezen Boas af. Niet één om gemakkelijk op te geven, benaderde Boas vervolgens weer een andere rasexpert, de antropoloog Earnest Hooton. Hooton stemde ermee in om zo’n ras-verklaring op te stellen (hij stuurde het naar zeven topwetenschappers, maar slechts één tekende het).

Verbazingwekkend genoeg beweerde de UNESCO-verklaring dat Joden geen ras of etnische groep zijn, hoewel Joden ‘Joodse ziekten’, zoals de ziekte van Tay-Sachs, oplopen.

Andere topexperts die materiaal voor ras-ontkenning / ras-downplayen voor de VN of UNESCO maakten, waren ook joods, waaronder Melville Herskovits, Otto Klineberg en Harry Shapiro. In feite waren de Joden de pioniers van de valse, maar subtiele ‘officiële’ theorie dat raciale verschillen tussen blanken en niet-blanken niet echt bestaan. De leer van de hierboven genoemde Joden werd gebruikt om de westerse cultuur drastisch te veranderen, b.v. door te pleiten voor de vaststelling van wetgeving inzake burgerrechten.

Ondanks het gebruikelijke standpunt van de VN ten aanzien van Israël / Palestina, zijn de VN goed geweest voor Joden, d.w.z. de sociale nivelleringprogramma’s van de VN en de gelijkheid voor iedereen-ideologie hebben ‘antisemitisme’ wereldwijd drastisch verminderd. De oprichting van de ‘Universal Declaration of Human Rights’ van de VN uit 1948′.

Die baanbrekende, twijfelachtige verklaring – wat is eigenlijk een “menselijk” recht? – werd geredigeerd door een Franse jood, René Cassin, en kreeg extra input van een andere jood, Melville Herskovits, via de American Anthropological Association (Herskovits schreef in 1947 de mensenrechtenverklaring van de AAA).

The Founding of the UN , http://www.vanguardnewsnetwork.com/light-for-nations/

https://fenixx.org/2019/08/25/de-oprichting-van-de-vn/
 
Old September 3rd, 2019 #40
Johan
Banned
 
Join Date: Oct 2013
Posts: 4,231
Default

In 1936 gaf Anton Mussert een interview aan de Amerikaanse journalist Barrie Stavis. Mussert zei dat hij pas over de Joden was gaan nadenken,toen zij zich tegen de NSB keerden.Toen zag hij in dat de Joden een gevaar vormden.Hij zei: ‘Ik ben hun vijand en zal dat altijd zijn!’ Stavis vroeg Mussert wat hij met de Joden zou doen als hij de macht in handen kreeg.Het antwoord luidde: ‘Zij zullen eenvoudigweg verdwijnen.’

 
Reply

Share


Thread
Display Modes


All times are GMT -5. The time now is 06:42 PM.
Page generated in 0.62351 seconds.